Verg. 51 Marrt 1931*-. waardoor deze ambtenaar den gemeentedienst zou moe ten verlaten„ Spreker komt niet tot de conclusie van onbetrouwbaarheid. Het is ten slotte niet zoo eenvoudig al die feiten te ontcijferen. Spreker weet wel, dat door den opzichter over dien werknemer lan gen tijd geklaagd is. Iemand, die slecht ter been is, kan niet de geheele gemeente schoon houden. Spreker wil aannemen, dat die man er niet voor bekwaam was, maar dat zou geen reden zijn om hem onrechtvaardig te bejegenen. Dan had men hem niet aan moeten stellen. Spreker wil niets goed praten, als er iets verkeerd is gebeurd. Herhaaldelijk ie er in de vergaderingen van Burgemeester en Wethou ders critiek uitgeoefend op dien man. Het is voor het betrokken hoofd van dienst ook onaangenaam, wan neer een werkman ongeschikt is voor zijn werk. Die ambtenaar heeft er ten slotte voor te zorgen, dat de gemeentewegen in orde zijn en op tijd geveegd worden, Spreker vóelt nietj dat het cachet van onbetrouw baarheid op dien ambtenaar moet gedrukt worden. De hoe.. 11MEN wil eerst bespreken de aanstelling van Schouteno Die is alleen door spreker aangesteld op aanbeveling en advies van verschillende personen. Zoover spreker heeft kunnen constateeren, was de man steeds bezig. Hij scheen echter geen werk te kunnen verzetten; hij was een zoogenaamde prutser. In het begin is steeds door Aartsen gezegd, dat hij de straat niet zuiver kon krijgen. Spreker heeft ver trouwelijk met dien man gesproken. Het verwondert spreker, dat Schouten met hem nooit over de behan deling, welke hij van Aartsen moest ondervinden, gesproken heeft. Na verloop van weken heeft spreker steeds meer klachten van Aartsen gehoord. De man wilde steeds de richting van de Werfstraat uit. Op een Zaterdag werd spreker opgebeld door Aartsen. Deze had Schouten naai de Podiaan gestuurd en die was weer naar de Werfstraat gegaan. Spreker heeft toen gezegd, dat, indien Schouten niet voldoet aan de gegeven bevelen, die moet worden ontslagen. Nooit heeft Schouteh tegen spreker geklaagd over de behan deling van Aartsen. Spreker meent dien ambtenaar te moeten handhaven. De heer BRAAKHUIS merkt op geen oritiek te hebben uitgeoefend op het beleid van Burgemeester en Wet houders noch op dat van een der leden. Het betreft hier een man met een groot gezin, Spreker heeft op de aangegeven gronden onbetrouwbaarheid geconclu deerd. De Voorzitter heeft gezegd, dat Aartsen her haaldelijk klachten heeft geuit tenaanzien van Schouten. Spreker vraagt hoe dat mogelijk is, waar Aartsen dien werkman niet heeft nagegaan, Spreker vindt de houding van Aartsen verkeerd; die laat zich leiden door sympathieën en antipathie- en, Aartsen heeft van het begin af aan een antipa thie tegen Schouten gehad. Van den Broek was

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 33