De heer KES3EL zegt, dat op "bladzijde 33 voorzijde
onder volgnummer 113 ie vermeld, dat de Raad accoord
gaat met het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Dit is niet juist. Op sprekers voorstel werd de post
voor onvoorziene uitgaven met f. 5OO.- verlaagd en de
post onder volgnummer 113 met f. 500.- verhoogd.
De notulen worden hierna met de hiervoor aangegeven
wijzigingen goedgekeurd en vastgesteld.
Ingekomen 3» Ingekomen stukken.
stukken.
Schoolverzuim. Onder punt i der ingekomen stukken is in
"HêT prae-advies vermeld het verslag der commissie
wering van schoolverzuim over 1933»
v De heer BRINKERHOF merkt op, dat in het verslag
cUJo^ji 'I^J' voorkomt, dat een kind de school heeft verzuimd wegens
gebrek aan kleeren, gepaard met zorgeloosheid. Spreker
acht dit laatste niet op zijn plaats. Hij is van ipee-
ning, dat hier eer van moedeloosheid dan van zorge
loosheid moet worden gesproken,
De onder a tot en met n van het door Burgemeester
en Wethouders d„d. 14 Februari 193^ uitgebracht prae-
advies worden voor kennisgeving aangenomen.
Vergoeding Onder letter 0 van dat prae-advies is vermeld eene
Raads- missive van Gedeputeerde Staten dezer provincie van
leden. 17 Januari 193,+> O. No. 376, III Afd. betreffende de
voorgestelde vergoeding voor de Raadsleden.
Gedeputeerde Staten maken bezwaar tegen de voorge
stelde vergoeding van f. 4.- per vergadering^ doch
wenschen die vast te stellen op f. 3- Per vergadering.
Burgemeester en Wethouders meenen hieromtrent het
oordeel te moeten overlaten aan den Raad.
De heer LOERAKKER had gemeend, dat Gedeputeerde
Staten het terijwillig offer van den Raad op prijs
zouden hebben gesteld. Hij vindt hun houding vreemd.
Hij stelt voor het gedane voorstel te handhaven.
De heer VAN GESTEL vindt ook de houding van Bede-
puteerde Staten vreemd. Hij gaat mee met' het voorstel
van den heer Loerakker.
De heer BRINKERHOF Kan zich ook aansluiten bij de
vorige sprekers. Hij wijst op het dictatorieele in
de houding van Gedeputeerde Staten, die het besluit
van den Raad aan hun laars lappen. Voor arbeiders
wordt het onmogelijk om zitting te nemen in den Raad.
De VOORZITTER zegt, dat het niet te pas komt een
hooger staand College te becritiseeren.
De heer VAN MIERLO vindt in de houding van Gedepu#
teerde Staten niets dictatoriaals. Het is de bevoegd
heid van Gedeputeerde Staten de vergoeding vast te
stellen. Wie die macht van Gedeputeerde Staten wil
ontzeggen om ze zelf toe te eigenen, doet zelf dicta
toriaal,
In stemming wordt gebracht of het door den Raad ge
daan