12*
13-
7 Juni 193*4-.
een "besluit hebben genomen, wat niet door den
beugel kan op een verkeerde voorlichting van
Aartsen. Aartsen heeft zijn taak ten opzichte van
f 'dien man'misbruikt. De grootste grief is, het
'recht'op een.weekloon. Spreker handhaaft zijn
voorst el
De heer OOHEN heef.t herhaal del i jk met Aartsen
over Schouten gesproken, Sartsen heeft steeds ges
zegd, dat-Ja-ij er niets mee kan doen. We kunnen nie
mand dulden, die zijn werk niet doet. Toen Aartsen
mededeelde, dat die man dienst weigerde, moesten
we hem ontslaan. Spreker vraagt'zich af, wie het
meest geloofwaardig-is: Schouten of Aartsen,
.Het voorstel van'den Heer Braakhuis, om Schou
ten een week loon uit te keereri, gesteund door den
heer Van Swol, in stemming., gebracht, wordt aan ge -
r nemen met' veertien tegen een stem.
Voer stemden de heerenï Verdaasdonk; de Hoon;
Van Mrerlb; Braakhuis; Savenije; Rops; Van Gestel;
Van Opsta.!.Van Swol; Pijnappel; Van Gils; Kessel;
Brinkerh® n Loerakker.
Tegc i temde de lieer Oomen.
n
n
Sociale z. Ln haar LOERAKKER vindt het noodig, dat
bepalingende Raad inzage krijgt van de bestekken
van aanbestedingen van werken en leve-
rantiën.
3e heer BRÏNKERHOF vindt, dat aan het rapport,
zooals Aartsen het naar voren brengt, een onjuist-
heid kleeft. Toen spreker bij de inzage van het
bestek aan Aartsen vroeg, waarom de sociale bepa-
if r1 J 1 ingen'er niet in stonden, //antwoordde deze, "dat
wil de Burgemeester niet hebben". Dit heeft Aartsen
verteld.
De VOORZITTER antwoordt den heer Brinkerhof,
dat hij .móet waar maken, wat hij zegt en als Aart
sen dat 'gezegd heeft, dan liegt hij dat.
De heer BRINKERHOF zegt, dat juist de sociale
bepalingen in hét béstek.moeten. Spreker heeft ver
nomen," dat de klinkers, die voor de Valkenierslaan
zijn geleverd, door middel van den zoon van den
Burgemeester als vertegenwoordiger eener steen---,
fabriek zijn geleverd.
De VOORZITTER vraagt, wat zijn zoon er mee
te maken heeft.
De heer BRINKERHOF zegt, dat hij het heeft
gehoord en het was maar .een vraag»
De heer VAN. CS STEL heeft die kwestie niet zoo
onschuldig bekeken als de heer Loerakker. Het staat
vast, dat Aartsen van het besluit afwist. Voor
Aartsen was het toch de moeite waard geweest, dat
hij eerst nog eens informeerde. Spreker zal nooit
aanemen, dat het op een misverstand berust..
2. Wijziging