yk.
Voortgez.et.te. verg, 11 "Juni 193^.
werk is toestemming noodig van het Waterschap.
Waar we door' de werkobjecten heen zijn, is het
zaak de menschen zoo lang mogelijk aan het werk te
houden.
De heer "VAH SWOL' zegt, dat.-'in de Kamer dezelf
de vraag naar voren is gekomen'en dat de Minister
zich bereid heeft verklaard de zaak eerst te on
derzoeken. Hier moet^ gelegenheid geboden worden,
dat particulieren dit werk doen., Missthien is er SS
aan de sociale, bepalingen no.g wel iets te verbe
teren. Spreker vraagt hoeveel het Waterschap bij
draagt in de kosten. Spreker vindt het niet juist,
dat de gemeente de zaak moet., opknappen,
De VOORZITTER zegt, dat dit eerst juridisch
moet werden uitgezocht, Het kan best zijn, dat de
schuld niet bij het Waterschap, maar bij de gemeen
te is.
De heer OOMEN zou willen antwoorden, dat de
Minister voor subsidies bepaalde lichamen heeft
genoemd, spreker mag veronderstellen, dat de
Minister ral bepalen, dat het huurloon in den
zelfden trant zei blijven. De werkobjecten zijn
afgelocpen-en de gemeente heeft gezocht naar an
dere. De heer VanSnol zal moeten erkennen, dat
de gemeente zooveel mogelijk menschen in werkver
schaffing plaatst. Spreker zegt, dat er veel moei
lijkheden aan verbonden zijn. Verder deelt spreker
medë', dat het Waterschap niet in gebreke is geble
ven, wat betreft het onderhoud.
De heer BRAAKHUIS zegt, dat al eens is gespro
ken over verlegging. Spreker vraagt, of de onder
handelingen ten einde zijn en of de kans op ver
wezenlijking is uitgesloten. Het Waterschap
krijgt een grootere subsidie, wanneer die het uit
voert. Waarom laat de gemeente het niet over aan
het Waterschap? Spreker vraagt, of het mogelijk is,
dat hij" antwoord grijgiPop zijn laatste vraag.
De VOORZITTER zegt er niet direct antwoord op
te kunnen geven. Wat betreft de kwestie met Breda,
daartoe schijnt;-men tct géén overeenkomst te kuh—
nen komen. 7/8 van de kansen zal er wel niets van
komen. Breda voelt er niets voor.
De heer ROPS zegt-als Bestuurslid van het
Waterschapdat dit er voor is, het water te krij
gen haar den singel. De werkverschaffing is van
groot belang voor de gemeente. We hébben elkaar
niet nageloopen. Spreker durft niet zeker zeggen,
dat het werk uitgevoerd zal worden,
De heer KESSEL kan zich maar gedeeltelijk met
het prae-advies vereenigen, We zien, dat f.37000,-
voor verbetering van de Molenlei is uitgetrokken.
De Mclenlei wordt misschien wel verbeterd, maar de
algemeene toestand niet. De Lei blijft steeds een
vuilnisbelt. Er is geld uit de openbare kassen.
Spreker