Voortgezette verg. 11 Juni 193*1» Spreker zou een rioleering willen zien van de J.Jpelaarbrug tot de Mark, ongeveer 2700 meter, 'Dë IJpelaarbrug :en andere bruggen komen dan te vervallen en tevens de vuilnisbelt en de rio leering kan in werkverschaffing geschieden. 'De VOORZITTER vraagt zich af. wat zoo'n rioleering zal kosten, als men ziet, wat de fcduiker bij h'öogenwaterstand moet verzetten. De' heer OOMEN zegt, dat bij uitbreiding bij het N.A«C.terrein, Breda er misschien wel iets voor zal voelen. De heer KESSEL zegt, dat Breda niets met deze kwestie' té niaken heeft. Spreker is niet deskundig, maar door een verdieping is het miêschien best-mogelijk, dat het later blijft, waar het is. De heer OOMEN zegt, dat we BradÈmsch grond gebied moeten'passeeren. Nooit kan gerioleerd worden, zooals ze nu ligt* De bedoeling van de Heidemaatschappij is, dat de beek gezuiverd zal worden. j~. De heerLOER ANKER wil eerst een deskundig .rapport afwachten. Spreker vindt het jammer, dat geen begrooting van kosten hierbij is over gelegd. Spreker gelooft, dat het Rijk alleen maar de kosten van arbeidsloonen betaalt. Hij zou aan de Heidemaatschappij willen vragen voor die kosten een begrooting te maken. De VOORZITTER zegt, dat de zomer weer voor bij is, eer het, is afgewerkt. Het eenige, wat te doen is, .is een degelijke ui-tdieping. De heer VAN GESTEL vraagt,- of Ooit met Breda.' is gesproken over rioleering over hun .grondgebied.""-' De heer OOMEN zegt, dht'de beeren er direct rgeen antwoord op konden geven, wijl zij er de noodzakelijkheid niet van inzagen. De heer VAN GESTEL vindt het noodig het plan eerst grondig te onderzoeken. Met dit plan zal het meeste werk zijn tusschen Gilze en IJpelaar. De heer OOMEN zegt, dat we >er weer wel jdren over kunnen praten. Spreker heeft gezegd, dat het alleen de bedoeling is,*- de Lei wat zuiver te maken. De heer KESSEL vindt het risico zeer zwaar De heer OOMEN meent, dat het uitvoeren van groo.te werken geschiedt door de water schappen, 'zooals het de heer Braakhuis be doelt. De heer BRAAKHUIS meent nog te moeten aanvullen^.'dat .het hem schijnt, dat de heer Oomen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 58