3» doen tot het benoemen van een commissie uit de leden van den Raad, die de zaak voorbereidt. De VOORZITTER vraagt, of de heer Brinkerhof dus een commissie naast ee.n commissie wenscht. De heer'BRIUKERHOF zegt, dat dit niet de bedoeling is<,-doch de zaak blijft anders zoo lang hangende en er komt geen schot in* ■De heer VAN MIE RL0 geeft in overweging het Voorstel terug te nemen en een verzoek schrif telijk in tb dienen, waarin men de taak der commissie omschrijft» De heer BRlNKE-RHOF wil hieraan voldoen en trekt nu zijn voorstel in; Vergoeden Onder punt k der ingekomen stukken is huishuur, in het prae-advies vermeld het antwoord van Burgemeester en Wethouders op de vraag van den heer Brinkerhof inzake het ver goeden van huishuur door het Burgerlijk Armbe stuur. De heer BRINKERHOF wil den Raad nog het navolgende ter kennis 'brengen: De Raad heeft dé voorlaatste vergadering laig en breed beraadslaagd'over een wensch, die hij kenbaar zou maken aan het Burgerlijk Armbe stuur. Uit deze beraadslagingen is overduidelijk gebleken, dat.:l£ meèrdêrheid van het bestuur der gemeente het niet eens is met de hulpver leening, zooals het Burgerlijk' Armbestuur in onze gemeente die to'epast. Doch als men de be oordeelingen over de toij'ze van OmLpverleening hoort en oppervlakkig aanvaardt, dan is het met deze steunverleening goed in orde. Ik wil echter trachten den Raad aan het ver stand te brengen hoe en op welke manier hem wordt wijsgemaakt, dat het Burgerlijk Armbe stuur zijn functie, volgens de wettelijke voor schriften, als zoodanig naar behooren verricht. Tevens wil ik in het openbaar verklaren, dat alle informaties en inlichtingen van het Burgerlijk Armbestuur verkregen, de toets der critiek niet kunnen doorstaan. Ik gebruik dezen zachten term, misschien dat de Raadsleden ieder voor zich persoonlijk er eon andere voor kunnen vinden# Voorts'heb ik in die*vergadering betoogd, dat er duistere machten werkzaam moesten zifln, die het Burgerlijk Armbestuur in die richting dreven, zooals-het thans zijn taak opvat. Ik wees er.t.oen op, dat ik van een Voorzitter, die in Breda .bekend stond als zeer vrijgevig, zelfs te vrijgevig, nu in eens bij zijn komst in Gin- nek en, als een blad van een boom' was opgekeerd. Ik mocht toen ir> die vergadering niet veel wij zer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 74