Ver g« 3 Sept. 1935. 5. ëfen ieder uit mij te bewijzen, dat ik iemand te kort zóu hebben gedaan, of dat het belang der ge meente bij mij niet steeds heeft voorgestaan. Mijn werkkring als Wethouder van Openbare Wer ken te Ginneken ben ik begonnen, toen vooral de ar beiders, die werkloos waren, zich nog niet gemakke!- lijk aan de tijdsomstandigheden konden aanpassen. Er zijn heel wat tijd en woorden noodig geweest de menschen te overtuigen, dat het niet anders kon en met een gerust hart heb ik mij steeds onder hen be-- geven, de ovèrtuiging hebbende niemand in iets ooit te kort gedaan te hebben. Dit werken werd slechts door enkele Raadsleden begrepen ën door de rest absoluut niet gewaardeerd. Maar toch is het mij een genoegen te kunnen verklaren, dat ik in deze jaren de gemeente een wegennet en waterlossingen heb kun nen verschaffeïi, waar de eerste vijftig jaren geen buitengewoon oïlderhoüd aan besteed behoeft te wer den. Ik wil bij deze hulde brengen aan de uitvoer ders der lïfdi Heidemaatschappij en de vakkunde der werkloon 'r/belders, die mij in staat hebben ge steld, dev .'vl en in het belang der gemeente uit te kunnen Ik mag v-x.a mij zelf zeggen, wat gezegd wordt van mijn patroon St. Jan: Hij maakt den weg des Heer en recht Mijnheer de Voorzitter. Tot slot nog een ernsti ge waarschuwing. Wanneer de Raad van Ginneken zoo doorgaat met persoonlijke veeten hier uit te vechten en dan de belangen'der gemeente slechts op de tweede en derdo plaats komen, is dit een prachtig, motief voor dege nen, die azen op onze--schonne gemeente om spoediger stappen in deze richting te doen. Mogen de, inwoners van onze gemeente in plaats van zich afzijdig te «houden zich meer geen bemoeien, met.wat hiér zich afspeelt, opdat de zelfstandighhh van onze gemeente niet tferkort.wor&é. Mijnheer, de Voorzitter. Ik meende dit hier bij deze .gelegenheid even naar voren te maoëten brengen, niet te mi Jhè'f verdediging, maar om bet publiek even te laten zien, dat de gemeente Ginneken- op weg is geregeerd te worden, zocale op het oogenblik Rus land en Duitsc-hland doo'r .éen gering aantal drijvers ten af gronde'worden gedreven.' - - Mi-jnheer de Voorzitter, ik dank U. De VOORZITTER zegt den heer Oomen dankbaar të zijn voor zijn woorden. Spreker heeft den heer Oomur met st eigende verbazing aangehoord. Voor een aandoe-1 tig toehoorder waren ook woorden gericht aan spre - kers adres. Spreker neemt met buitengewoon veel ler wezen afscheid van den heer Oomen. In al de jaren, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 105