Verg, 30 Sept, 1935»
De heer BRINKERHOF zegt, dat 2 jaren geleden het
"bedrag nog grooter was.
De heer VAN MIERLO zegt, dat het in verband staat
met het bouwen der nieuwe school.
De Raad besluit overeenkomstig het voorstel.
Uitvoeren
werken in
werkverschaf
fing.
11. UITVOEREN VAN WERKEN IN WERKVERSCHAF
FING,
Burgemeester en Wethouders hebben het
navolgende prae-advies uitgebracht:
Door de Nederlandsche Heidemaatschappij is
een begrooting van kosten gemaakt voor het
uitvoeren van werken in werkverschaffing. De
werken zijn aan arbeidsloon begroot op
f. -23.500.- en voor andere kosten op f.
Deze kosten worden nog verhoogd met f. TO.-
voor het wegnemen van gewassen en f. 25«~ voor
aankoop van zand.
Wij stellen voor ons te machtigen die werken
uit te voeren.
Verder stellen wij voor ons een algemeene mach
tiging te verleenen tot het laten uitvoeren van
alle werken in werkverschaffing, welke wij daarKK?
voor geschikt oordeelen, voor zoover de kosten
daarvan worden gedragen door het rijk en de ge
meente en voor zoover de kosten het op de ge
meente-begrooting daarvoor uitgetrokken bedrag
niet te boven gaan.
De heer BRINKERHOF kan zich wat betreft het eerste
gedeelte van hèt prae-advies wel vereenigen, maar met
het tweede gedeelte niet. Spreker gelooft wel, dat de
Raad zelf kan oordeelen of een werk in werkverschaf
fing of in werkverruiming moet plaats hebben. Hij kan
er zich niet mee vereenigen, dat Burgemeester en let-
houders zoo'n bevoegdheid krijgen. Spreker gelooft,
dat eerst een paar commissies wel eens gehoord kunnen
2r worden.
De heer OOMEN zou dit zeker op willen dragen aan
Burgemeester en Wethouders, anders komt men telkens
voor een nieuw vraagstuk. Hij vraagt de aandacht van
den Raad voor de buurtwegen. In andere gemeenten wor
den die in werkverschaffing in orde gebracht.
De heer BRAAKHUIS zegt, dat het hem voorkomt, dat
de bezwaren van den heer Brinkerhof sterk zijn overdre
ven. De bezwaren 'worden ondervangen door het prae-
advies van Burgemeester en Wethouders. Spreker zou den
heer Brinkerhof in overweging willen geven zich met
dit voorstel te vereenigen.
De VOORZITTER meent, dat dit aan Burgemeester en
Wethouders moet worden overgelaten. De objecten vermin
deren zeer en worden veel kleiner.
De