Verg. 50 Oct. 1935.
goed was een commissie te benoemen, om de ver
schillende kwesties met de directie te gaan be
spreken.
De VOORZITTER meent, dat het dan nog meer
op de lange baan wordt geschoven.
De heer 3RIKXERH0F heeft dit verzoek met
vreugde ontvangen, omdat hij hieruit heeft ge
concludeerd, dat de directie naar den Raad heeft
geluisterd. Spreker wil hier zeggen, dat hij
met de directie van het sportpark over deze
kwestie heeft gesproken. Ha deze bespreking is
het verzoek gevolgd. Spreker heeft voor motief,
wanneer de gemeente f. 100;- kan innen aan ver
makelijkheidsbelasting, is zij verplicht dit te
doen. Men moet rekening houden met den wil van
het meEEBndeel der ingezetenen, daarom kan men
toejuichen, dat de directie met dit voorstel
komt. Men kan ook een voorstel indienen, waar
bij alle vereenigèhgen baat hebben, wanneer zij
noodlijdende worden. Spreker komt met het vol
gende voorstel dat, wanneer verlies wordt gele
den van meer dan 10 van de opbrengst, een
subsidie verleend wordt tot een maximum van
50 van de opbrengst.
De heer KESSEL kan zich nèet vereenigen met
het prae-advies. Het is den Raad voldoende be
kend, waarom dit verzoek is ingekomen. In het
algemeen belang en met het oog op het groote
te kort op de begrooting is het noodzakelijk
middelen te vinden, die de begrooting verlich
ten. Spreker zou een voorstel willen doen in
dezen geest: dat, indien zou blijken uit ac
countantsonderzoek, dat een openbare vermake
lijkheid na behoorlijke exploitatie groot ver
lies zou lijden, een percentage van 10 van
de vermakelijkheidsbelasting kan worden terug
gegeven.
De heer STOLE zegt, dat men hier de over
heid en het particulier initiatief heeft. De
grens van 10 staat hiermede in verband.
De heer BRAAKHUIS meent,dat, hoe men de
zaak wendt of keert, de prestigekwestie hier
mede gemoeid is. Het blijkt, dat de directie
zich op dit standpunt plaatst, dat de Raad
zich in een dwangpositie bevindt en dat de
directie de hand uitsteekt den Raad hieruit
te helpen. Een verlies kan altijd geconstru
eerd worden. Wanneer spreker de cijfers en de
bedragen ziet, welke aan renners worden gege
ven, dan vraagt spreker zich af, of het niet
op den weg van den Raad ligt, om aan zulke
exessen een einde te maken. Wanneer de kosten
der renners zouden worden verlaagd, dan is het