Verg. 50 Oct. 1955. Wij stellen den Raad voor 09s te machtigen deel te nemen aan het comité voor vakont- M wikkeling van jeugdige werkloozen te Breda. De kosten kunnen voor 1935 worden geraamd op f. 200,-. Bij de behandeling der begroo- ting voor 193& kan dit punt nader worden be- sproken. 11 De stukken zijn ter inzage gelegd. De VOORZITTER heeft nog gehoofd, dat de jeugdige werkloozen wel drie gulden a vier gulden per perêoon kunnen verdienen. Van de 85 zijn er al ik geplaatst. De heer KESSEL vindt het jammer, dat zoo'n inrichting geen levensvatbaarheid heeft. De Raad vereenigt zich met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Vragen 19. VRAGEN VAN DEN HEER BRINKERHOF. Brinkerhof. De heer BRINKERHOF zegt het navol gende: Mijnheer de Voorzitter, het spijt mij, dat ik Burgemeester en Wethouders nader moet ondervra gen op de antwoorden, die ik mocht ontvangen op door mij schriftelijk gestelde vragen. Het?fepij# mij des te rnieer, waar het hier eeh zeer droevig geval betreft. Ik dank den Raad, dat zij mij hiervoor in de gelegenheid stelt. Mijnheer de Voorzitter. De maatschappelijke ellende, die^wèr vrijwel de geheele wereld en niet in het minst in ons eigen landje,veroorzaakt door een wanorde en die men crisis noemt, begint of beter gezegd is thans bezig individueel dieper in te vreten. Gezinnen, die tot heden het hoofd boven water hebben weten te houden door alles te probee- ren en toe te passen, zijn aan het einde gekomen, zij weten geen uitkomst meer. Teneinde raad^ ver voegd; men zich tot die instanties van wie zijh mogen verwachten, dat zij eenige hulp kunnen er langen. Nu is het ons bekend, dat op particulieren of kerkelijke instanties zooveel beroep gedaan wordt, dat deze niet aan alle aanvragen kunnen voldoen, althans niet in die mate, dat het leed van die vele gezinnen voldoende wordt ondervangen. De overheidskassen, die thans reeds groote sommen moeten besteden, zullen voor nog grootere uitga ven komen te staan. Se gemeenschap zal dit offer moeten dragen» De wetgever heeft dan ook hierin voorzien en heeft dit in een wet vastgelegd. Ook in onze gemeente bezitten wij een gemeentelijke instelling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 146