Verg. 50 Oct. 1935. 7lÉ.
is geweest, dat ik mij gedwongen gevoelde,
opnieuw vragen tot Uw College te richten.
Zij luiden als volgt:
l.Is het Burgemeester en Wethouders bekend,
dat in de week van 25 - 31 Augustus 1935
of omstreeks dien tijd, op den hoek Brug
straat-Markt een woninguitzetting heeft plaats
gehad?
2.Is het Burgemeester en Wethouders bekend, dat
erkksnende dat het huisraad daarop een zeer
ongewenschte plaats was gedeponeerd, dit
huisraad op een vuilniswagen of auto is ge
laden en vervoerd is geworden?
3» Willen Burgemeester en Wethouders mededeel en,
op wiens last het huisraad op dien vuilnis
wagen of auto werd geladen en vervoerd is ge
worden naar Heusdenhouty waarna het in een
sloot werd gedeponeerd?
^■•Is het Burgemeester en Wethouders bekend, dat,
dit laden en lossen in en uit dien vuilnis
wagen of autè op onoordeelkundige wijze is
geschied, zoo zelfs, dat toeschouwers er hun
afkeuring over uit spraken?.
5.Zijn Burgemeester en Wethouders met \onderge-
teekende"van oordeeï, dat deze verplaatsing
van huisraad op een meer kiesche wijze had
moeten geschieden?
6.Willen Burgemeester en V/ethouders mededeel en
of heft in hun voornemen ligt maatregelen te
treffen om dergelijke krenkende wijze van
vervoer van huisraad, dat. door of vanwege
het gerecht uit een woning wordt gedragen en
op den openbare weg wordt gezet, zal voorkomen
worden?
7.Willen Burgemeester en Wethouders mededeelen,
of zij het noodig oordeelen de opdrachtgever
tot dit vervoer ter verantwoording te roepen?
Wie beschrijft mijn groote teleurstelling, toen
ik op 13 September het volgende antwoord van het
nieuwe College ontving, ik spreek hier van een
nieuwe College, in fè$te is het maar een nieuw
Collegelid. Bit antwoord luidt:
Waar aanleiding van het d.d. 5 September j.l.
van U ontvangen schrijven betreffende ontrui-
ming eener woning, deelen wij U mede, dat,
waa.r het in deze politioneels aangelegenheid
betreft U zich hebt te wenden tot den heer
n Burgemeester dezer gemeente
Hiermede trachtten Burgemeester en Wethouders
zich van een ernstige zaak, die door een groot
deel van de bevolking van Ginneken en omliggende
gemeentsi met een huivering werd vernomen af te
maken door het geval in zijn geheel op U af te
wenden, wetende, dat dan geen antwoord aan een
lid van het Gemeentebestuur verschuldigd is.
Door