Verg. 50 Oct.1935. 19.
De heer BRINKERHOF MBBnt, dat de Burgemeester
een ander vervoermiddel had kunnen laten komen.
De heer VAN OPSTAL meent, dat een vuilniswagen
toch wel schoongemaakt kan worden.
De heer VAN GESTEL zegt, dat op den datum,
waaaop die uitzetting plaats had, hij geen wet
houder van openbare werken was. Spreker heeft er
verder niets mee te maken. Hoe verder het hoofd
van politie dien wagen zal gebruiken, moet hij
zelf weten, maar hij moet het gebruik kunnen ver
antwoorden. Spreker meent, dat de dienst verant
woordelijk is.
De heer BRINKERHOF vraagt of de Wethouders dat
hebben goedgekeurd.
De heer VAN MIERLO zegt, dat de verantwoording
loopt over de huishouding der gemeente. Het be
treft hier een bestuurstaak van den Burgemeester.
De heer BRINKERHOF zegt, dat hem dit antwoord
niet bevreemdt, omdat het een armen bliksem be
treft. Toen het mislukte om de meubels bij Ver-^
schuren te brengen, had men op zijn verantwoording
alles op het terrein bij de ker-k mogen brengen.
Spreker weet, dat uitzetting wettelijk is. De
menschen, die het goed hadden weggehaald, zeiden,
dat het was, alsof er een wervelwind door had ge
waaid.
De VOORZITTER zegt, dat alles netjes een voor een
is weggezet.
De heer BRINKERHOF zegt, dat de betrokkene na die
uitzetting een«ander huis in de Molenstraat huurde.
De huisraad werd bij de woning gebracht en toen de
buren-dat zagen, zijn ze naar den huiseigenaar gegaan.
De huiseigenaar belette.haar naar binnen te gaan,
waarop zij de politie verzocht. Deze heeft getracht MS.
haar met een zoet lijntje af te schepen. De politie
had den eigenaar een pleizier gedaan, nu moest de
eigenaar hün een pleizier dfcen en straks op het ge
meentehuis komen om een stuk te te eken,en, waarin stond,
dat hij het huis leeg vond. Spreker wil zijn afkeuring
uitspreken in een motie, die luidt als volgt:
n De Raad der gemeente Ginnekenen Bavel in open--
bare vergadering op Woensdag, JO October 1935,
bijeen;
gehoord de uiteenzetting van het vervoer van
,T meubelen van een op straat gezette inboedel van
een der ingezeteneji;
betreurt, dat dit vervoer met een gemeentelijke
n autovuilniswagen heeft plaats gehad;
w spreekt den wens.ch uit, dat het College van
Burgemeester en Wethouders het hoofd der politre
11 zal verwittigen, dat in het belang der gemeente
in het algemeen en dat van de betroffene in het
bijzonder, dergelijke onkiesche wijze van ver-
,f voer van meubelen als in het bovengemelde geval
niet