6. Verg;» 9 December 1935» Voor den in loondienst werkende: het feeidwijnen van de vrees, dat hij morgen hij het groote leger der werk- loozen wordt ingelijfd. Voor den hoer en den tuinder: afzet van zijn produc ten tegen prijzen, die hem een menschwaardig bestaan waarborgen. Voor^ den pachter daarenboven de voortzetting;van de pacht in normale gevallen. Voor den middenstand: koopkrachtige afnemers, .en ver mindering van de concurentie binnen, zijn bedrijf»; Voor den .intellectueel -bet eek erft uitvoering van het plan een sterk-toenemende werkgelegenheid, in het bij zonder van die, "welke hem in staat stelt.' zijn gaven ten dienste van het .algemeen belang aan te wenden. Voo r den jongen opent het plan het uitzicht op een leven, d$t hij' voor een groot er deel door eigen kracht kan richten. Onze gemeente-begrooting, mijnheer de Voorzitter, zooals die hier/Voor ons ligt kan mijn goedkeuring niet wegdragen en wel in hoofdzaak de wijze,, waarop het..Col lege de gelden tracht te verkrijgen. In de eerste plaats wil ik wi.jzen op de onbillijke manier van een belasting heffing, welke gelegen ligt in winstmakerij van onze be drijven, een heffing, mijnheer de Voorzitter, waarin de minstdraagkrachtige in onze gemeente procentgewijze meer betaalt dan de meestdraagkrachtige, omreden hier alle progressieviteit zoek is, fcterker nog, ze is degressief. Men zal mij misschien dit weerleggen, zooals men dat telke jare heeft; trachten te doen. Doch zoolang als er geen regeling komt voor de minstdraagkrachtige gezinnen, zoolang houd ik mijn standpunt vast, dat het onbillijk is. Nu kwamen Burgemeesteren Wethouders wel met <een voorstel, dat aan mijn jarenlang verzoek eenigszins tege moet komt, doch ik had liever gezien, dat Burgemeester en Wethouders iets verder gegaan waren n. 1. om aan een gezin met een maximum inkomen van f. $00,- een verlaagd tarief in te voeren. Willen Burgemeester en Wethouders dit nog eens in overweging nemen? Mij dunkt het zal niet moeilijk vallen een dergelijke regeling in te voeren. Financieel kan het geen bezwaar hebben, omreden wij een beduidende reserve hebben om de stoomprijs te verlagen. Doch dan moeten Burgemeester en Wethouders :van hun m.i. dwalingen terug komen en deze reserve onaangetast laten d.w.z. deze biet in de gemeentekas storten om daardoor een belastingverlaging tot stand te brengen. Iedereen moet toch de onbillijkheid inzien en .erkennen, behoudens misschien de betrokkenen, die straatbelasting betalen, dat het toch niet aangaat allen laten betalen voor een groep huiseigenaren. Mijnheer de Voorzitter, de straat belasting is een van de meest billijke belastingen, toe gevende, dat b el astingbe talen' nooit prettig is. Burgmeester en'Wethouders maken het zich wel gemak kelijk; ze zeggen de straat-belasting te hoog, welnu dan doen wij daar wat af en nu is het eenvoudig, als daar wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 175