j
/z
Verg. 9 December 1955» 18.
De heer VAN MIERLO zegt, dat Burgemeester en
Wethouders er mee eens zijn, dat goedkoope wonin
gen van zeer groot belang zijn. Zij hebben dan
ook gemeend door de straatbelasting te»verlagen
te bevorderen, dat de huren worden verlaagd.
Volgnummer 118. Onderhoud van straten en pleinen.
De heer BRAAKHUIS heeft gezien, dat Burgemeester
en Wethouders f. 1000.- voor den Strijbeekschenweg
voldoende achten. In België gaat dezen weg over een
schitterend wegdek. Nu vraagt spreker zich af, of
het voor deze gemeente niet van groot belang zou
zijn, dat een goede weg loopt van de grens naar
Ulvenhout. Het is misschien een uitgaaf van be-
teekenis, doch zou in deze geen bijdrage zijn te
verkrijgen uit het Rijkswerkfonds. Spreker wil
Burgemeester en Wethouders in overweging geven,
dit punt nader onder de oogen te zien en te trach
ten steun te krijgen voor verbetering van den
Strijbeekschen weg.
De VOORZITTER zegt, dat er besprekingen over
zijn geweest met den Burgemeester van Meerle. Er
zouden van Belgische zijde voorstellen zijn gekomen,
doch hij heeft er later niets meer van gehoord.
Spreker acht den weg behoorlijk goed en hij weet
niet, of het in de lijn ligt van het werkfonds om te
subsidieeren. Het moet den menschenen!et te gemak
kelijk gemaakt worden om naar België te gaan. Het
is veel beter, dat men het geld in eigen land
houdt. Hij gelooft niet, dat Ulvenhout of Ginneken
er groot belang bij hebben, wanneer langs dezen
weg een druk doorgaand verkeer zou komen. Een weg,
die geen hoofdverkeersweg is, behoort geregeld in
orde gehouden te worden en dan kunnen we volstaan
met f. 1000.- daarvoor jaarlijks op de begrooting
uit te trekken.
De heer BRAAKHUIS deelt eenigszins de bezwaren
door den Voorzitter naar voren gebracht. Spreker
heeft echter gemeend dit punt ter sprake te moeten
brengen, nu we mogelijk in de gelegenheid gesteld
zijn om met een bijdrage van het Rijk dezen weg
in korten tijd behoorlijk verbeterd te krijgen.
De heer BRINKERHOF vestigt de aandacht op de
slechte bestrating der Valkenierslaan, vooral op
het \eerste gedeelte,
De heer VAN SWOL merkt op, dat de bestrating
aldaar nog behoorlijk is; er zijn wegen, welke
eerder voor voor verbetering in aanmerking komen.
De heer OOMEN.hoopt, dat aan het rooien'der
boomen de noodige aandacht zal worden gesohonken.
De boomen zijn een sieraad in een straat. Spreker
zou het betreuren^ wanneer de boomen werden ver
wijderd. Spreker