Verg. 9 &ecer.": er 1955.
De heer BROKERHOF vindt het eveneens van groot
belang, dat een regeling wordt getroffen. Wanneer
het niet in samenwerking met Breda kan, moet de
gemeente zelf voor een behoorlijke regeling zorgen.
Volgnummer 195a, Kosten gebruik.schoolbaden.
De heer BRINKERHOF hoopt,- dat deze post dit jaar
nog gebruikt wordt. Spreker." maakt er een voorstel
van een post pro memorie.uit te trekken.
De heer VAN MIERLO zegt, dht de vraag, of er
al of niet een zwemkom zal komen, met dezen post,
welke handelt over schoolbaden, "niet te$ maken
heeft.
De heer BRINKERHOF neemt zijn voorstel terug.
Volgnummer 201 en 203. Subsidie 0,L. Vrouwe Lyceum,
De heer KESSEL wil in het algemeen iets over
de subsidies zeggen0 Ten einde eénigszins tegemoet
te komen aan het Jeugdwerk, wil spreker alle
subsidiés met 5 1° verlagen en dit bedrag beschik
baar stellen ten bate van het R®K. en Ohr, Jeugd-
wêrk.
De heer VAN MIERLO heeft bezwaar tegen dit
voorstel, omdat het niet in de afdeelingen is be
sproken. Een dergelijk voorstel is naar zijn
meening dermate verstrekkend, dat het eerst wel
eens rustig mag worden bekeken.
De heer BRAAKHUIS is het eens met den heet
Van Mierlo, Spreker is van meening, dat de subsidie
Voor O.L.Vrouwelyceum te laag is. Hem is medege-
deeld van bevoegde zijde, dat er bij de Re&eering J
voornemens bestaan om wettelijk vast te leggen,
dat met ingang van 1 Januari 193& de gemeenten
verplicht zullen worden dezelfde subsidie toe te
kennen aan de Bijzondere Lycea als wordt uitge
keerd aan de openbare H.B.S. en gymnasia. Hij wil
dan ook thans geen voorstel doen om de subsidie aan S
het Katholieke Lyceum te Breda te brengen op het
gevraagde bedrag van f. 100.- per leerling. Mocht
echter blijken, dat de gelijkstelling niet komt,
dan behoudt hij zich het recht voor om in den
loop van het jaar 1936 met een dergelijk voorstel
te komen.
De heer KESSEL wil zijn voorstel zien ge
handhaafd.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat de A.J.C.
dan ook voor subsidie in aanmerking komt,.,
Het voorstel van den heer Kessel, gesteund
door den heer Van Opstal, in stemming gébracht,
wordt verworpen met tien tegen vijf stemmen.
Tegen