bekend.
bij heefi
een pro ei
n vriende
prekers
en met de:
eriment
over het
Lectrici-
sldra pen
:eft, dan
fih
meer de
loeten woi
wanne ei
U
ts- en
icier is
end ge
en er nie
e kunnen
en. 0-*
zijn ge-
veer zijn
andere
voord, da
let alle
m spreke:
el eur ge
sprok en,
;en geziei
Het
Verg. 50 Juli 1935.
Het betoog van den heer Foeken omvat de volgende punten:
le. Be heer Muis zou niet bekwaam zijn voor de hem op te
dragen functie;
2e. Samenvoeging van bedrijven wordt gewenscht geacht;
3e. De mogelijkheid zou bestaan om $et rijkssubsidie een
rioleering aan te leggen.
Het unaniem oordeel der commissie was, dat de heer
Muis zeer zeker bekwaam voor die functie werd geacht en
niet alleen als bouwkundige. Er zullen zich wel eens moei
lijkheden voordoen, doch dat zal wel steeds voorkomen en
die moeilijkheden zullen dan wel worden overwonnen. De
heer Muis is zeer ijverig en strikt eerlijk, wat twee goe
de eigenschappen zijn. Het is spreker niet bekend, dat de
heer Muis zich heeft moeten laten voorlichten. Het raad
plegen van een deskundige zal altijd moeten worden gedaan.
Ook het samenvoegen van de bedrijven is in de commissie
va.n alle kanten bekeken, doch dat is niet mogelijk. De
verschillende takken van dienst moeten afzonderlijk worden
beheerd. De bedrijven zijn veel te belangtijk, dan dat ze
zoo maar onder een anderen dienst kunnen worden gebracht.
Administratief bestaat daartegen ook bezwaar. Wat de heer
Foeken zegt, is door de commissie geheel onder het oog ge
zien. Een rioleering is ook niet met werkverschaffing uit
te voeren. De heer Foeken heeft gesproken over Velzen.
Vel zen is echter niet te vergelijken met Ginneken. Het
betoog van den heer Foeken heeft sprekers meening niet
veranderd en spreker sluit zich aan bij het betoog van den
Voorzitter.
De heer OOMEN merkt op, dat de heer Foeken blijkbaar
verkeerd is ingelicht over het rtoleeringswerk te Ginneken,
Nog nooit is een minder goede ligging of een minder goede
funtSELoneering