Vergo"" 31 Mei 1935» De VOORZITTER zegt, dat naar zijn meening geen hoofdagent of inspecteur hoodig is. De politie staat geheel onder spreker. Wanneer er een hoofdagent kout moet men een goede keus doen om zeker te zijn, dat d zaak goed functionneert. De Commissaris blijft aan dringen op een hoofdagent, zoodat daaraan zal moeten worden voldaan. Spreker is het er niet mee eens. Wanneer er een hoofdagent is, verandert de heele iregeling van de politie. Wanneer die er is, wordt hij ook a^g zoodanig-gebruikt. Dan heeft spreker maar met een man meer te maken, De hoofdagent moet boven de anderen kómen te staan. In dat opzicht is het misschien goed. De man móet echter een behoor lijke bezoldiging hebben3 We zijn tot de conclusie gekomen van f. 2Ö0.~. Dat komt zoo'n man volkomen toe. Anders staat die vrijwel gelijk met een Jjoïitie agent. Het politiediploraa zegt spreker niet alles. Anderen kunnen beter zijn. Spreker zou voorstellen die restrictie te laten vervallen. De heer BRAAKHUIS zegt uitgegaan te zijn van het standpuntf dat de Voorzitter gedwongen wordt; de «toestand zou dan niet veranderen. TH zegt, dat de toestand wel veranderd wordt. Spreker zal zich niet tegen een bedrag van f0 20ü«- verzetten. Over het tweede punt, het poiitie-diploma, gaat de Voor zitter gemakkelijk heen. Spreker blijft van meening, dat die eisch moet worden gesteld. De VOORZITTER meent, dat het politie-diploma niet noodig iso De heer BRINKERHOF kan het toejuichen, wanneer het hoofd der politie wordt ontlast» We zullen echter de politie-organisaties moeten hooren. Spreker is er voor de eischen van benoembaarheid te regelen. Spreker gelooft, dat het beter is, wanneer Burgemeester en Wethouders de verordening eerst klaar maken. De heer VAN MIERLO zegt, dat de kwestie van den hoofdagent in de vergadering der commissie voor georganiseerd overleg is behandeld. De heer BRINKERHOF is van oordeel, dat de commissie nog móet gehoord worden. De heer KESSEL vindt de medewerking van den Commissaris zssak, Spreker is niet voor een hoofd agent. Eerst wordt in stemming gebracht of tot aan stelling van een hoofdagent zal worden overgegaan. De heer Roeken wordt voor den duur der verga dering bij loting tot voorstemmer aangewezen. Het voorstel tot het aanstellen van een hoofd" agent wordt aangenomen met acht tegen zeven stemmem Voor stemden de" h'eeren: Van Mierlo; Van Gestel; Pijnappelj Ven SwolBrinkerhof; Oomen; Braakhuis en Save ai ;je* Tegen stemden de heeren: Foeken; Kessel; Van Opstal; Van Gils; Reps; de Hoon en Verdaasdonk. Hi

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 63