Verg. 30 Juli 1935.
11 1 emmering mag zijn voor den waterafvoer door de Leill
De heer KESSEL zegt steeds te hebben aangedrongen op
rioïeering van de Lei. Spreker vraagt of onderhandelingen
zijn gevoerd met Breda,
De VOORZITTER wijst op den onwil van Breda. Breda wil
niet meewerken. We zijn in een vergadering van het College
van Burgemeester en Wethouders geweest.
De heer KESSEL vraagt, of niet een andere mogelijkheid
bestaat. Wanneer aan Breda een tegemoetkoming wordt ver
leend, zou wellicht een aftakking kunnen worden gemaakt
bij de IJpelaar.
De VOORZITTER zegt, dat dit allemaal onder het oog is
gezien. Een aftakking zou ideaal zijn. Breda wil het wat.
echter niet ontvangen.
De heer SAVENIJE zegt, dat Burgemeëster en Wethouders
nadere onderhandelingen zouden kunneh voeren. Het is mis
schien nog op te lossen met medewerking van Breda.
De VOORZITTER zegt, dat dit de oplossing zou zijn.
De lieer 00MEN zegt, dat de ideale oplossing zou zijn
door de Raamstraat naar Breda.
De VOORZITTER zegt, dat nog met Breda zou kunnen worden
onderhandeld. De Molenlei zou weg moeten.
De heer ROPS zegt, dat het altijd de bedoeling is ge
weest van het Waterschap een aftakking te maken. Het zou
van belang zijn als de heele Molenlei in rde kom van Ginne-
er
van belang zijn als de heele Molenlei mme kom van G
ken kan worden gedempt. Het zou gewenscht zijn, wanne
het zou kunnen in overleg-met adressant, Breda en het
Watercshap.
De Raad gaat accoord met het prae-advies van Burgemees
ter en Wethouders,
Procedure
11. VOORSTEL TOT HET AANGAAN EENER PROCEDURE
BETREFFENDE ONTEIGENING VAN PERCEELEN.
onteigening
perceelen.
Door Burgemeester en'Wethouders is hier
omtrent als volgt geprae-adviseerd:
Reeds meermalen is besproken de
perceelen voor de verlenging van
onteigening van
den rondweg
t Ceintuurlaan ten oosten van de Ploegstraat,
Op 28 Maart 1935 is daaromtrent door den heer Mr.
Jos. Maeijer, te Breda, een advies uitgebracht.
Op 25 April 1935 is door de commissie voor het
grondbedrijf geadviseerd de perceelen Sectie I,
nummers ^3^+ en J>60k- te laten waardeeren
door den heer J. Bastiaansen, die daaraan gevolg
•heeft ge ge v en 0
inzage gelegd,
de commissie voor het grond-
Burgemeester en Wethouders te
van aankoop van bedoelde gron-
Diens rapport is ter
Op 27 Mei 1935 heeft
bedrijf besloten aan
verzoeken de kwestie
den, al of niet door
len.
onteigening, te doen behande-
Het
Vvi Ivnvv wirtv/lflvi TI^4- rr mi morrnn ooVfi". "71 "1 Tl Wanneer