Verg. 30 Juli 1935.
Verzoek 10. VERZOEK VAN DE N.V. BOUWBUREAU
N.V. Bouwbureau J. KORTEWEG A.C.zn. BETREFFENDE
J.Korteweg A.C.zn. DE MOLENLEI
betref feilde
de Molenlei. Door Burgemeester en Wethouders
is hieromtrent het volgende advies
uitgebracht
Door genoemde N.V. is bij brief van 26 Juni
11 1935 verzocht een gedeelte der Molenlei te
mogen rioleeren.
Bij het verzoek is een memorie van toelichting
met teekening gevoegd.
Een en ander ligt ter inzageé
Het verzoek om vergunning tot riholeering van
"de Lei behoort niet te worden gericht tot den
Gemeenteraad, doch tot het Bestuur van het
Waterschap De Boven-Mark
Toch zou het hoogst gewenscht zijn, wanneer
aldaar de Lei zou kunnen worden gedempt.
Wij zouden er echter de voorkeur aan geven,
wanneer de demping zou kunnen plaats hebben
anders dan door adressante volgens haar ver
zoek is gedacht.
Wanneer de rioleering zou kunnen worden gelegd,
niet zooals thans door adressante is aaggegeven,
doch door de aan te leggen straat, welke uit
komt ongeveer bij de Seeligstraat en wanneer
dan nog een deel van de Lei zou kunnen worden
gedempt tot aan de plaatsiji waar de Ceintuurlaan
wordt aangelegd en indien door adressante dan
het^ verder overbodige deel der Lei zou worden
gedemptj dan zou ongetwijfeld een misstand
worden opgeheven. Dan zou ook de duiker in de
Regent esselaan, die veel te weinig capaciteit
heeft en dieyl ook noodwendig moet worden ver
anderd, overbodig zijn geworden.
Wij zouden geen afstand wenschen te doen van
de terreinen langs de Seeligstraat. Het toestaan
van een gesloten bebouwing ter plaatse achten
wij ook niet gewenscht. De Bouwcommissie, welke
liet verzoek heeft behandeld, acht evenmin een
gesloten bebouwing aldaar gewenscht.
Wij stollen voor ons te machtigen verder on
derhandelingen te voeren met adressante, om te
trachten tot overeenstemming te konen.
Het is duidelijk, dat adressante voor het aan
leggen der gedachte rioleering een vergoeding
zal vragen.
Voorts is ook de medewerking van het Waterschap^
de 11 Boven-Mark vereischt en zal moeten worde11
nagegaan of een regeling kan worden getroffen
ten aanzien van het onderhoud der rioleering,
welke dan een deel uitmaakt van de Lei, terwijl-
duidelijk is, dat die rioleering nooit een be-
1emmering