Verg, 6 October 1936,
Verzoek 6.. VERZOEK VAN HET BURGERLIJK ARMBESTUUR
subsidie VANGINNEKEN OM VERHOOGING VAN SUBSI-
burgerli.ik DIE,
armbestuur'
van' Ginnêken. ..Door het-burgerlijk armbestuur van
Ginneken is .d, d. 21 Juli 193& ver
zocht de voor 193& toegekende subsidie ad f,25000r-
te willen verhoogen met f, 6000.- en te brengen op
f. 31000.-, Het verzoek is in de vorige Raadsver
gadering aangehouden.1
Aangezien de gelden benoodigd zijn, stellen
Burgemeester en Wethouders voor de gevraagde ver
hooging van subsidie toe te staan.
De heer KESSEL meent, dat het verzoek niet is
aangehouden, doch dat voor de toekenning der sub-
sidie de begrooting moest worden gewijzigd.
De heer VAN MIERLO zegt, dat hier feitelijk
een begrootingswijziging mee gepaard moet gaan.
We hadden echter de dekking nog niet en het arm
bestuur kan niet wachten
De heer KESSEL vraagt, of die f. 6000.- wel
noodig zijn; "we zijn maar twee maanden meer van
Nieuwjaar.
De heer VAN MIERLO antwoordt, dat het armbe
stuur de subsidie reeds in Juni heeft gevraagd.
De heeL" BRINKERKOF heeft geen bezwaar tegen
het toekennen van de subsidie van f. 6000.-. Hij
zou,echter gaarne zien, dat namens den Raad een
verzoek werd gericht tot het armbestuur om zoo
veel' mogelijk in <geld te ondersteunen.
De heer FOEKEN zou daaromtrent gaarne nader
worden toegelicht. X
De heer 3RINKERHOF zegt, d^t-;,ieder, die bij
het. armbestuur aanklopt, over een kam wordt ge
schoren. Het geschiedt hier feeel anders als te
Breda en anders dan de Armenwet voorschrijft.
Wie niet met geld kunnen omgaan, worden te Breda
in natura bedeeld.Wie-een meer burgerlijk leven
hebben geleid, worden in geld ondersteund. Hier
worden allen in natura bedeeld. Spreker vindt dit
verschrikkelijk voor menschen, die niet gewoon
zijn hun armoede te,demonstreeren.
De heer. VAN MIÉRLO zegt, dat hiep het hoor
en wederhoor' moet worden toegepast. Het burgerlijk
armbestuur is een zelfstandig lichaam. Door de
groote subsidie, welke door de gemeente wordt toe
gekend, is er wel voor te zeggen, dat van de zijde
der gemeente wordt nagegaan, hoe de gelden worden
besteed. Spreker geeft den heer Brinkerhof in
overweging aan Burgemeester en Wethouders te vra
gen zich tot het armbestuur te wenden om te worden
ingelicht omtrent de bedeeling. Het is noodig de
andere partij te hooren en het burgerlijk armbe
stuur zijn motieven voor zijn handelwijze te la
ten mededeelen.
De