Verg. l6 October 1956
De heer BRINKERHOF leest voor een artikel uit
een tijdschrift, welk artikel op het in behandeling
zijnd onderwerp betrekking heeft. Spreker doet het
voorstel een verzoek tot den Minister te doen om
ontheffing te verkrijgen van het vaststellen eener
verordening.
De heer VAN SWOL ondersteunt het voorstel van
den heer Brinkerhof.
De heer FOEKEN zegt niet juist te weten, waar het
om gaat. Om de motieven, welke de heer Brinkerhof
heeft aangevoerd, is spreker principieel tegen het
voorstel.
De heer VAN MIERLO stelt voor dit punt aan te
houden. Spreker is hét eens met den heer Foeken. Om
principieele redenen is ook spreker tegen het voorstel
van den heer Brinkerhof.
De verordening tot wijziging van het ambtenaren
reglement in verband rnet de vast te stellen capitu-
lantenverordening wordt aangehouden.
De Raad stelt vast de navolgende regelingen:
1. een verordening op den rechtstoestand van den
secretaris
2. een instructie voor den secretaris;
3. een verordening op den rechtstoestand van den gemeente
ontvanger en
4-, een verordening op den rechtstoestand van de
ambtenaren van den burgerlijken stand.
Deze verschillende.regelingen worden vastgesteld
overeenkomstig de daarvoor aan den Raad voorgelegde
Ontwerpen.
Aangaan 5. AANGAAN VAN EEN'TIJDELIJKE KASGELD-
fi.ideli jke LEENING.
kasgeldleening.
De kaspositie der gemeente is van
dien aard, dat een tijdelijke geldleening behoort
te worden aangegaan van .f» 25000.-. Door" tusschen-
komst van de heeren Mulié en Co, bankiers, te
1s-Gravenhage, kan deze leening worden gesloten
tegen de voorwaarden, zooals in eén voorgelegd
ontwerp-raadsbesluit is aangegeven.
Burgemeester en Wethouders stellen voor het ont-
werp-besluit vast te stellen.
De heer KESSEL vraagt of in de vorige vergadering
nog niet bekend was, dat meer kasgeld noodig was.
De heer VAN MIERLO ..zegtdat dit niet was te
voorzien. Een der-redenen is, dat de verordening
op het straatgeld niet is goedgekeurd. Het is overi
gens niet juist om onnnódig of te vroeg te leenen.
Het 0htwerp-besluit tot het aangaan van de tijde
lijke kasgeldleening wordt door den Raad vastge
steld.
6. VERZOEK
- -ff i* »«r