Verg. 18 December 193$.
i/9.
gulden. Dit bet eekent gedurende drie jaar 75 ^il-
lioen gulden. Wil men een houvast hebben voor eigen
gemeente, dan kan men het bedrag stellen voor het
eerste jaar op f. 12.- per inwoner. Beter is het
nog, omdat het geldt voor- de werkloozen, het bedrag-
te calculeeren op f. 250.- gemiddeld per werklooze
per jaar. Dan vindt ook de grootste werkverruiming
plaats daarji waar de werkloosheid het grootste is.
U hoort, mijnheer de Voorzitter, dat net Flan van
den Arbeid de gemeenten ook een belangrijke taak
op de schouders legt. En wanneer men zijn gedachte
eens laat gaan over wat wij in de gemeente tot uit
voering zouden kunnen brengen, dan staat men ver
stomd. Ik wil er enkele noemen zonder volledig te
zijn n.l. een rioleeringsplan, want mijnheer de
Voorzitter onze rmoleering is wanhopig in de war;
verlegging van de Leij; bruggenverbreeding; bouw
van een Raadhuis; bouw van een kantoorgebouw voor
de bedrijven en bouw van goedkoope woningen, om van
wegenverbetering of -aanleg maar niet te spreken.
Voorts het uitbreidingsplan, zooals het thans in
studie is, uitvoeren. Aanpakken is hier de bood
schap en niet aanpassen.
Mijnheer de Voorzitter, ik hoop dat het College
doordrongen zal zijn van de noodzakelijkheid; ik
wil hier niet mede zeggen, dat het tegenwoordig
College bij de pakken neer zit, neen, er is reeds
veel jfcot stand gebracht; laten we hopen, dat dit
een begin ?;as.
Mijnheer de Voorzitter. Ik kom thans aan het
punt betreffende onze armenverzorging. De uitgaven
die het burgerlijk armbestuur zich getroosten móit
en de subsidie, die de gemeente aan hem verstrekt,
worden elke maand, elk jaar grooter. Zoo is thans
voor 1957 een bedrag van f. 37000.- óp de begroo
ting geplaatst om straks te worden uitgedeeld. En
hoewel deze post op onze begrooting zwaar drukt,
zal niemand onzer hiertegen bezwaren naar voren
brengen, omreden men overtuigd is van de noodzake
lijkheid. .Evenwel op de uitdeeling, dus op de werk
wijze van dat burgerlijk armbestuur zullen er met
mij zijn, die zich daar niet mede kunnen vereenigen
In de vorige vergadering bij de aanvraag voor ver
hooging van de subsidie deed ik het voorstel om het
armbestuur te verzoeken, zooveel als mogelijk is,
in geld te steunen. Wij kwamen-overeen, dat het
bestuur gevraagd zou worden welke motieven hê|
liet gelden om in natura te steunen; op dezen brief
is een antwoord gekomen, een antwoord, dat mis
schien enkele onzer zal buHredigen en ik wil ook
niet ontkennen, dat er geen verbetering te bespeu
ren valt, doch het grootst aantal van onze armlas
tigen, mijnheer de Voorzitter, dit woord is feite
lijk uit den tijd, beter is deze menschen in nood
verkeerend te noemen, worden steeds nog in natura
gesteund,