Verg. 18 December 1936. 8
y
gemeenten, waaronder onze gemeente valt een taak
toe bij de uitvoering van het Plan. Ven belangrijke
taak is in het Plan voor de gemeenten weggelegd
bij de crisispolitiek, bij de conjunctuurbeheer-
sching, de industralisatie en de ordering van be
paalde bedrijven, vervoer, bouwbedrijf, distributie
Bij de crisispolitiek valt allereerst te x'/ijzen op
de gemeentelijke taak bij de werkverruiming. Een
van de hoofdzaken van de beginperiode zal zijn:
het zoo snel mogelijk tempo vergrooten van de werk
gelegenheid. Het snelle tempo is noodzakelijk, zoo
wel om de directe gevolgen, terugdringen van de
werkloosheid, stijgend vertrouwen in het regeeringe
beleid, als om de indirecte gevolgen.
Het staat toch wel vast, dat een in snel tempo
uitgeven van opdrachten aan de industrie een stimu-
leerende invloed heeft op de conjunctuur. Hu is
voor elk groote-werken-plan een voorbereiding noo-
dig. Met deze voorbereiding kan onze Wethouder,
bijgestaan door het hoofd van bouw- en woningtoe-
zicht, een aanvang maken. In het Plan wordt gespro
ken van een inventarisatie van werken, die voor
uitvoering in aanmerking kunnen komen. 7elnu hier
ligt een taak voor de gemeente. Hen heeft gedurende
eenige weken ook in oqze gemeente affiches kunnen
zien hangen met er op Meer werk, maakt sterk 11
laat dit voor ons gemeentebestuur geen holle phrase
zijn.
Het Plan heeft de werken in drie soorten inge
deeld n.l. werken, waarin achterstand is; werken,
die reeds in uitvoering zijn en versneld worden
uitgevoerd en werken, die nog niet in uitvoering
zijn en vervroegd worden. Om in snel tempo de eer
ste etappe af te kunnen leggen, moet de., nadruk
vallen op de versnelde uitvoering van die werken,
die zijn uitgesteld. De begrootingspositie heeft
gemaakt, dat nen talrijke normale, nuttige werken
heeft uitgesteld. De moeilijkheid om de werken
thans uit te voeren ligt vooral hierin, dat de ge
meenten geen beroep kunnen doen op de kapitaal
markt. De financiering is het struikelblok. De
financiering van deze door de gemeenten uit te
voeren werken is in het Plan als volgt gedacht:
De Rl'jksregeering leent de benoodigde 200 millioen
gulden per jaar. De gelden wórden aan de gemeenten
doorgegeven. Over de voorwaarden wordt in het Plan
niet gesproken. Hiervoor zijn verschillende redenen.
Ten eerste behoeft de financieele verhouding tusMK
schen -.ijk en gemeenten algeheele herziening. Ten^
tweede hangt net van de positie van de gemeenten a£,
hoeveel procent van de kosten voor de werkloozen-
zorg door het rijk wordt betaald,; verder worden
nog enkele punten haar voren gebracht, welke op
de voorwaarden van invloed kunnen zijn. Het bedrag,
dat voor de gemeenten te zamen aan kleinere projec
ten in het Plan is opgenomen bedraagt 225 millioen
mulden.