.2.
Verg. 18 December 1936.
;re
>rden
raar-
-gen
L de
werd en
ties
met
er
ga MIX
ing
>nr echt-
ge v en
ij
rdigen
Deze
eente
al-
n
be-
van
Sn
ingen
n
eld
dt
de
ne-
e
de
o
Sn
it
den
deze
arvan
aken
en
eden
beko-
ver-
deze
d in
agen.
llege
en
werken,
at
er
het
en
en
kijkt men met ^egeerige oogen of het niet bij die
gemeente kan worden ingelijfd. In Duitschland zou
men zeggen we hebben gebrek aan koloniën en zul
len ons die op de een of andere manier trachten
eigen te maken b.v. op de manier, zooals Italië
deed. Een mogelijke inlijving van onze gemeente
zal echter wel zonder bloedvergieten gebeuren,
als dat noodig blijkt. Ik dank U.
De heer FOEKEN zegt hierna:
Mijnheer de Voorzitter.
Ernstig heb ik mij afgevraagd, of het ditmaal
wel de moeite waard is deel te nemen aan de alge-
meene beschouwingen over onze gemeente-begrootingc
Want het gaat hier niet ober een algemeen poli
tiek debat. Eveneens hebben onze besprekingen in
geite niets te maken met de begin 1937 komende
Kam erv e rk i e z i ng en
Wij hebben ons m.i. te houden aan deze begroo
ting en datgene wat er mede in direct verband
staat
En nu is het een niet te weerspreken feit, dat
door de practische devaluatie, waaronder wij
sinds September j.l. leven, alle cijfers van de
begrooting op min ef meer losse grond zijn komen
te staan. Wij kunnen misschien met evenveel recht
optimistisch hopen, dat het nu alles beter zal
gaan, meer werk, minder werkeloozensteun, hooger
belastingen enz., als wel pessimistisch trachten
te bewijzen, dat bij een internationaal slechte
economische toestand de loslating van den gulden
van weinig invloed zal blijken te zijn op het
verloop van den conjunctuur innons land en dus
ook in onze gemeente.
Alle cijfers der begrooting zijn dus zeer
onzekere stelposten. Het zou een ernstige reden
kunnen zijn om een jaar af te wachten, hoe het
inderdaad gaat en een volgend }j.aar aan de hand van 1
de verkregen cijfers een meer gefundeerde meening
te hebben over hetgeen voor onze gemeente wel of
niet noodig of wenschelijk moet worden geacht,
Intusschen is er een zeer ernstige reden,
waarom deze methode foutief moet worden geacht.
Ondanks het feit, dat wederom maximaal uit de be
drijven wordt gehaald, wat er redelijkerwijs uit
te halen is, kan een sluitend zijn der begrooting
slechts ?;orden verkregen door een belangrijke ver
zwaring van den belastingdruk.
Ik wensch een enkel oogenblik stil te staan
bij beide zaken, ieder op zich zelf van groot ge
wicht. Van belang is hierbij na te gaan, waardoor
het verbroken evenwicht tusschen geraamde inkomsten
en uitgaven is ontstaan, m.a.w. welke uitgaven voor
namelijk gestegen zijn. En dan treft net, dat naast
een