Verg. 18 December 1936. Wat de rehabilitatie van Schouten betreft, zegt spreker, dat hij zich van die zaak niet zooveel heeft aangetrokken om onder de loupe te nemen. Sgpeker zegt verder, dat de Ulvenhoutncheweg van de Roskam tot het Hoekje is verbeterd. De Galderscheweg is vcor een groot gedeelte voorzien van een klinkerpad en rijwielpad. De Bavelscheweg en de Bavelschelaan nad-- ren hun voltooiing. Een gedeelte ervan is nog niet goed., vooral wat betreft de rioleering. Doch dit zal spoedig worden afgewerkt. Hiertoe zullen den Raad nog voorstel len bereiken. Het rijwielpad in de Bavelschelaan zal direct in orde gebracht worden. Verder is het fietspad te 'Heus denhout verbeterd. De weg naar Geersbroek is opgehaald. De weg langs de schièe brug is verbeterd, zo'o, dat de bermen afwateren. Verder zijn de voetpaden en zandwegen verbeterd. Het is nog nooit zoo geweest. Spreker vraagt zich af, wat de buitengemeenten nog te klagen hebben. Wat betreft het gezegde van den heer Van Opstal, merkt spreker op, dat het hoofd van dienst heeft te gehoorzamen. En wanneer hij advies uit moet brengen, dan moet hij dat doen gewetensvol en met plichtsbe trachting. Verder geeft spreker den heer Van Opstal in overweging voor te stellen voortaan alle benoemingen door den Raad te laten gebeuren. Spreker gelooft, dat geen enkel Raadslid iets van die benoeming afweet. Spreker zegt verder, dat de heer Van Opstal een beetje voorzichtiger moet zijn met zijn verdachtmakingen ten opzichte van den heer Savenije. Wanneer spreker geen" bewijzen krijgt en de heer Van Opstal niets duidelijker aan kan toonen, houdt spreker het er voor, dat de heer Van Opstal den heer Savenije en het hoofd van dienst verdacht heeft willen maken. Spreker zegt, dat wel niemand zal denken, dat hij tegen gelijkstelling der klassen is. Spreker geeft in overweging algeheele verhooging der klassen. Spreker meent voldoende he hebben geantwoord. De heer VAN OPSTAL heeft van te voren gezegd, dat hij liever in besloten vergadering dan in openbare ver gadering wilde spreken. De heer VAN SWOL zegt, dat het niet aangaat in be sloten vergadering met vuil te gooien. De heer BRINKERHOF merkt pp pat in een deel van den Raad de eigen luizen het hardst bijten. De heer Oomen staat steeds de eenheid en samenwerking voor, daarom Werpt hij zeker een blaam naar het Jaoofd van den Wet houder van openbare werken. Spreker vindt het eigen aardig, dat de heer Van Opstal zijn redevoering reeds op papier had, terwijl hij niet wist, dat spreker die wo.orden zou besigen. Spreker zal er steeds tegen strij den, dat er in een besloten vergadering dingen gebeuren die niet door den beugel kunnen. Spreker is "er zich van bewust, dat hij in de commissievergadering fatsoenlijk is geweest. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 176