verg. IS Sec ember 1956. 20.
De beer VAN MISRLO zegt, dat de beer Brinkerhof
beeft gesproken in zijn algemeene beschouwingen over
Spanje en Duitscbland, doch dit staat buiten de
gemeente-begrooting. Spreker wijst dan op Spanje,
waar de verkiezingen onregelmatig hebben plaats ge
had. lederen dag gebeuren er moorden, zonder dat
men zich er tegen verzet. Een Rosenberg heeft men
toegelaten in den ministerraad. Het doet vreemd aan,
dat de heer Brinkerhof zou strijden voor het wettig
gezag. Spreker denkt hierbij aan 1918 en aan de
11 Zeven Provinciën Wat betreft de besprekingen
over de H.8.B.had. de heer Brinkerhof beter buiten
beschouwing kunnen laten. Spreker vindt, dat de
heer Brinkerhof niet met dergelijke dingen naar
voren moet komen en hij wijst hierbij op Duijs,
die de S.D.A.F. loslaat.
Wat betreft het Plan van den Arbeid, daarin
ziet sprekerwe! löfcgoed^, alleen valt het te betreuren,
dat er zoo'n reclame voor de partij mee gemaakt
wordt. Wanneer voor deze gemeente uitvoering aan
de voorgestelde werken zou moeten worden gegeven,
dan moeten hier financiën voor beschikbaar worden
gesteld en uien weet, dat de Wethouder van Financiën
vasthoudend is.
Wat betreft de benoemingen zal de heer Brinker
hof niet kunnen zeggen, dat de andersdenkenden ach
tergesteld worden bij de Katholieken. Lien moet', wat
dat betreft, geen vergelijkingen maken met het
Hoorden en het Zuiden. Er worden veel meer niet-
Kat bliek en in het Zuiden benoemd, dan Katholieken
in het Hoorden. In de algemeene beschouwingen is
ook gesproken over annexatie door Breda. Inderdaad
is hierover in den Raad der gemeente Breda gespro
ken. Het doet spreker vreemd aan, dat het motief
zou zijn, dat er veel belastingbetalers van Breda
naar Ginneken gaan wonen. Naar sprekers meening is
de oorzaak hiervan, dat hef grondbedrijf/mlr tijdig
gereed is gekomen door zulke straten aan te leggen
als hier zijn, doch dit kan geen reden zijn om te
annexeeren.
Wat de algemeene beschouwingen van den heer Foeksft
betreft, antwoordt spreker, dat met de uitbreiding
der gemeente ook een gepaste uitbreiding van het
ambtenarencorps noodig zal zijn. De gemeentearts
kwestie is nog niet afgedaan. Deze kwestie houdt
verband met de fondsenregeling, doch geheel van de
daan is die zaak niet. Zoolang de kwestie van den-
geneeskundigen dienst niet is opgelost, is ook
de schoolartsenkwestie niet opgelost.
Ook heeft de heer Foeken gesproken over de hooge
personeele belasting, maar we zijn nu eenmaal aan
de Semeentev/et gebonden, de wet geeft geen anderen
weg. Wat betreft de opcenten op de fondsbelasting
van 70 op 75 "te brengen, dat zou voor de gemeente
fi. 2800,- schelen, doch bij vestiging kijkt men hoe
hoog