Ver18 December 1936'3^.
Volgnummer 196. Verstrekking van gemeentewege van
voeding en kleeding aan schoolgaan
de kinderen.
De heer BRINKERHOF zegt, de rapoorten gelezen
te hebben over de ondervoeding der schoolgaande
kinderen. Wat te verwachten was, is geschied. De
hoofden der scholen achten zich niet bevoegd daar
een oordeel over te vellen. Wanneer spreker denkt
aan de school te Heusdenhout, dan hoüdt hij het hart
vast, wanneer een mèdicus de kinderen zou onderzoe
ken. Waar we hier in een land wonen van melk en
boter, is het een kleine moeite de ziekte te ver
hoeden. Spreker hoopt, dat wordt overgegaan
te verstrekken aan de schoolgaande jeugd.
De heer VAN SWOL wenscht zich hierbij aan te
sluiten en geeft in overweging zeer nauw toe te
zien op het euvel van ondervoeding.
De VOORZITTER zegt, dat het hem gefrappeerd
heeft, dat op de Dr. de Visserschool nog 12 patiën
ten Y/aren. In Bavel, Heusdenhout en Galder was daar
van geen sprake. Spreker doet den heer Brinkerhof
de toezegging, dat alles zal worden nagegaan.
Dit volgnummer blijft ongewijzigd.
Volgnummer 198. Bijdrage in de kosten van rijks
hoogere burgerscholen als bedoeld
in art, quater sub 4 der Wet
op het middelbaar onderwijs,
De heer KESSEL wijst op het nadeelig saldo op
.dezen post van f. 76OOO.-. Spreker weet, dat het
bedrag, dat voor de kinderen moet betaald worden,
zeer hoog is, daar is niets aan te doen. De Minister
brengt de kosten maar op de gemeente. Spreker
vraagt of er niets aan te doen zou zijn, deze kos
ten verlaagd te krijgen.
De heer VAN MIERLO zegt, dat de kosten bij
de wet zijn vastgesteld. Tegen die uitgaaf wordt
geen inkomst van een hoogere schoolgeldregeling
gesteld. Spreker gelooft, dat hier iedereen wel
weet, dat we geen verandering kunnen brengen in
een rijkswet,
Dit volgnummer blijft onveranderd.
yplgnummer 200. Bijdrage aan het O.L. Vrouwe Lyceum
te Breda.
De heer BRAAKHUIS zegt met dezen post geen
genoegen te nemen. Men kan nu het onrecht van ver
leden jaar herstellen. Het is een onmiskenbaar
feit, dat het bijzonder onderwijs in de algeheele
belangstelling van het volk staat. De grootste
meerderheid