n
e,
om
Zevende en laatste blaffl 7
Vergadering 29 December 1956. -
Reeds veel woorden van dank heb ik geuit; nog moei:
ik dank brengen Een. Dan denk ik aan den verheven
reizang na het eerste bedrijf van Vendels treur-
r spel Lucifer 11
Wie is het, die zoo hoog gezeten,
Zoo diep in 11 grondelooze licht,
Van tijd noch eeuwigheid gemeten
Noch fcondera, zonder tegenwicht
Bij zich bestaat
En de tegenzang antwoordt:
"k Dat 1 s God, Oneindig, eeuwig Wezen
8 Van alle ding, dat wezen heeft
Hem ook mijn eerbiedigen dank!
d J
Wanneer ik hier nog een wensch mag uitspreken,
mijnheer de Voorzitter, dan is het deze: dat het U moge
gegeven zijn, aat het Bur. emeester en Wethouders, dat
het den Raad moge gegeven zijn, onder den onmisbaren
zegen van Boven, steeds vruchtbaar werkzaam te zijn tot
bloëi en welvaart dezer gemeente. Mocht het mij daarbij
dan ook nog gegeven zijn om, in overeenstemming met de
besluiten van de organen van bestuur, ook iets bij te
dragen tot bevordering van het welzijn van Ginneken en
Bavel, dan zal ik mij gelukkig prijzen.
n Ik dank U allen zeer.
en Aangezien niemand nog het woord verlangt en
niets meer te behandelen is, sluit de VOORZITTER
de vergadering.
Vastgesteld door den Raad der gemeente Ginneken
en Bavel in zijn openbare vergadering van 29 Decem
ber 1936.
n
De Secretaris,
J <7
3-
CJL.