De heer OOMEN.vraagt of de aan te stellen ambtenaar
wordt benoemd door den Raad.
De heer VAN MIERLO antwoordt, dat de secretaris
penningmeester van de burgerlijke armbesturen nu wordt
benoemd door den Raad. Dat zal ook het geval zijn met den
ambtenaar, die dan die taak zal vervullen.
- -De VOORZITTER .zegtdat de werkzaamheden bij die
takken van dienst over het.hoofd zijn gegroeid.
De heer VAN MIERLO zegt, dat, nu de werkzaamheden
zoo zijn toegenomen, een gemeente-ambtenaar moet worden
benoemd.
De heer KES3EL vraagt, of dan bij het armbestuur
niemand is, die die taak kan verrichten.
De heer VAN MIERLO zegt, dat de heer de Leeuw 65 jaar
is. Wanneer die onder de Pensioenwet valt, moet die ge-
pensionneerd worden. Hij zal echter bij den nieuwen dienst
een functie krijgen. De Raad heeft in deze te beslissen. De
gegevens zijn reeds verzonden aan het armbestuur. Burgemees
ter en Wethouders dragen de verantwoordelijkheid en ook de
Raad. Zooals het thans gaat, loopt het v&st.
De heer VERDAASDONK vraagt of er bezwaar bestaat eerst
het advies van het armbestuur in te winnen.
De heer VAN MIERLO antwoordt, dat de Raad nog kan beslis
sen, zooals hij meent te moeten doen, wanneer het advies
van het armbestuur afwijzend is.
De VOORZITTER zegt} dat de Raad alle stukken ter beoor
deeling ontvangt met het advies van het armbestuur.
De heer OOMEN acht de controle bij.de armbesturen te
duur. Voor het armbestuur van. Bavel acht spreker een bedrag
van f. 75*~ te hoog*
De heer VAN MIERLO acht de controle dringend noodig. Men
moet