II Derde en laatste blad. Geh.verg. 25 Februari 1936. heeft als commissielid tegen onrust gewaarschuwd. Hij wil Eurgemeester en Wethouders nogmaals in overweging geven op hun besluit terug te komen. Be heer VAN MIERLO acht het misschien beter aan den Minister te toragen een nieuwe commissie te benoemen. Deze commissie kan dan bedankt worden. Er kan dan een nieuwe commissie worden benoemd, die objectief tegen over de zaken staat. De heer BRINKERHOF waarschuwt er tegen, dat, wanneer ontevredenheid wordt gewekt, de menschen naar het zwart front gaan. De heer VAN MIERLO zegt, dat de commissie redelijk moet zijn. De heer 00MEN zegt vijf jaar met de werkloozen te hebben omgegaan en hij kan verklaren al het mogelijke te hebben gedaan in het belang van die menschen. De ondervinding heeft hem echter geleerd, dat hij juist last heeft gehad met de menschen, die naar de heeren Brinher- hof en Van Swol loopen. Niet met de menschen uit Ulven- hout of Bavel. De heer BRAAKHUIS zegt nu geruimen tijd naar die praatjes te hebben moeten luisteren. Spreker is er van overtuigd, dat de Raadsleden geërgerd zijn door derge lijke besprekingen. Hij stelt zich voor een voorstel te doen tot wijziging van het reglement van orde om aan dergelijke besprekingen een einde te maken. De VOORZITTER sluit hierop de vergadering. Opgemaakt in de geheime vergadering van den Raad der gemeente Ginneken en Bavel den 25 Februari 193& De Secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 219