Geh.Verg. 29 April 1956.
Derde en laatste blad.
3.
geleden het nut van een schoolartsendienst voor deze
gemeente werd ingezien. Nu inmiddels de economische
en maatschappelijke toestand, vooral voor de arbeidende
klasse, nog veel is verslechterd, mag hiervan toch zeker
niet worden afgezien. Spreker wijst op de geconstateerde
ondervoeding der schoolkinderen in vele gemeenten en
herhaalt, dat een schoolartsendienst allernoodzakelijkst
is.
De heer OOMEN voert hiertegenover aan,dat, blijkens
door hem aan school ingewonnen inlichtingen, waaraan ver
bonden een schoolartsendienst, de resultaten van dien
dienst zeer gering zijn.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming be
sloten dit punt aan te houden en tot nadere bestudee
ring te renvoyeeren naar Burgemeester en Wethouders.
Administratie efi De heer VERDAASDONK zegt, dat in eene
burgerlijk
armbestüür vorige vergadering door den heer Van
Ginneken.
Mierlo is beweerd, dat de administratie
van den heer de Leeuw als secretaris-pennipgmeester van
het burgerlijk artmbestuur in de war dreigt te loopen.
Spreker heeft hierover den heer Van Ouwerkerk, contro
leur van dit armbestuur, geraadpleegd, die hem de verze
kering gaf, dat de administratie van den heer De Leeuw
in orde was. Spreker vraagt nu, of de heer Van Mierlo
niet te veel heeft beweerd.
De heer VAN MIERLO zegt, dat de vorige spreker zich
vergist. Hij heeft in dezen geest wel eens gesproken
over de administratie bij de steunverleening, doch hierin
is inmiddels ook verandering ten goede gekomen.
Bovendien
i
-