per maand. Spreker hoopt, dat de Raad het burgerlijk
armbestuur zal adviseeren meer in geld te bedeelen.
De heer VAN MIERLO zegt, dat een einde moet komen
aan die critiek op het armbestuur. Als het armbestuur
niet voldoet, moet het worden weggestuurd. Die voortduren
de critiek is niet te dulden. Het armbestuur draagt zelf
de verantwoordelijkheid voor zijn daden.
De heer OOMEN merkt op, dat de Gemeenteraad van het
geval Van de Raadt niets weet. We moeten in aanmerking-
nemen de vragen, welke het armbestuur zich heeft te stel
len bij het toekennen van bedeeling. De leden van het
armbestuur-hebben-ook hun geweten. Spreker neemt dat M
niet aan. Hij gelooft, dat er geen eerlijker man is dan
de heer Eras.
De heer VAN MÏERLD wigèt op het geval Van de Raadt.
Het betreft hier drie kinderen, wier vader nog in leven i
Hoe kunnen wij dat geval nu beoordeelen?
De heer BRINKERHOF zegt niet te hebben beweerd, dat
geen bonnen mogen worden verstrekt. Er zijn gevallen,
waarin dat noodig is. Spreker durft het een zoowel te
zeggen als het andere.
De heer VAN GESTEL vindt het wenschelijk, dat eerst
het gevoelen van den Raad aan het armbestuur wordt mede
gedeeld. Bij de steunverleening bestaat slechts weinig
aanleiding om de steun in natura uit te keeren. Bij het
armbestuur wordt i^el in natura bedeeld. Spreker gelooft,
dat het armbestuur wat soepeler moet zijn.
De heer VAN SWOL merkt op, dat in Breda veel meer met
geld wordt bedeeld. Bedeeling in geld is daar doorgevoerd
De heer KESSEL acht het noodig, dat de gelden, welke
door bedeeling worden verkregen, zooveel mogelijk te Gin-
neken worden besteed.
De
4 -t.