Ver,:-. 25 Februari 1936.
Rondvraag. De VOORZITTER geeft "hierna gelegen
heid tot het stellen van vragen.
Gemeentebeleid. 1^. De heer- BRINKERHOF moet
iets naar 'voren bréngen, wat betreft het
beleid van Burgemeester,- en Wethouders. Spreker
gelooft, dat het College op den verkeerden
weg ie met de wijze, waSarop de belangen van
middenstanders en werknemers worden behandeld.
Spreker wijst eerst op de benoeming van een
tijdelijk ambtenaar*- De commissie van advies
heeft het voorstel gedaan een werklooze daar
voor te benoemen. Er zijn daarbij personen, die
daarvoor de capaciteit bezitten. Burgemeester
en Wethouders hebben zich niet aan het advies
der commissie gestoord 'en iemand van buiten de
gemeente benoemd. Spreker hoopt, dat Burge-
.me.est.er en Wethouders 'zullen terugkomen van
d-a dwalingen huns .weegs,
Het tweede geval betreft, den ambtenaar bij de
steunverleening. 'Da commissie is niet meer
bevoegd rapporten- in te dienen. De bevoegd
heden der commissie zijn do.ór Burgemeester en
Wethouders beknot. De ambtenaar is botweg door
.Burgemeester en Wethouders benoemd. Spreker
wenscht daarover npg een en ander te zeggen.
De heer VAN HIERLO vraagt op welken grond
deze .beschouwingen worden gehouden. Spreker
zegt-, dat Burgemeester en Wethouders geen ver
antwoordelijkheid schuldig zijn ten aanzien
van daden van zelfbestuur. Het is verkeerd,
dat in het openbaar ambtenaren- worden aange
rand. Spreker vindt het onjuist dergelijke
punten in het openbaar te bespreken.
De VOORZITTER zegt ook, dat het niet aan
gaat ambtenaren in het 'openbaar te bespreken.
De ambténaar doet zijn werkzaamheden, zooals
het tot zijn taak behoort.
De heer VAN MIERLO zegt, dat de commissie
voor steunverleening en werkverschaffing een
commissie is buiten den Raad-, Er zitten toe-
vallig twee Raadsleden in, doch niet in hun
hoedanigheidvan Raadslid. Vroeger was het
,een commissie van bijstand. Het is aan Burge
meester en Wethouders overgelaten in welke
gavallen ze advies zuilen vragen.Burgemeester
en Wethouders -hebben besloten alleen advies
te vragen voor nieuwe gevallen.
De heer 'VAN'SWOL vraagt, waar dat geschre
ven staat.
De heer VAN MIERLO 'zegt; dat dit nergens
is ggechreveh.Juist omdat het nergens geschre
ven staat, zijn Burgemeester en Wethouders vrij»
De commissie kan nooit vergen, dat advies wordt
gevraagd. Er behoeft zelfs heelemaal geen
commissie
10.