Ver' 25 Jebruari 1936
die feiten op deze wijze een uitspraak te doen.
De heer VAN GESTEL zal niet op alle punten in
gaan. Dat geeft een vruchteloos debat. Spreker
gelooft, dat het de bedoeling is van den heer
Brinkerhof aan te toonen, dat de commissie is
beknot in haar bevoegdheden en dat dit onge-
wenscht is. Spreker gelooft ook, dat het beter
was, wanneer de commissie over alle zaken advies
kan uitbrengen.
Deksel 16. De heer VAN OPSTAL wijst er op,
rioleering. dat in de Postlaan een rioolputje
is zonder deksel.
De VOORZITTER zegt, dat dit moet worden
nagezien.
Verbetering 17, De heer KESSEL zegt, dat de weg
weg bij van den Viersprong naar de grens
Viersprong. van Teteringen is verzakt.
De VOORZITTER merkt op, dat men
reeds bezig is dien weg op te halen.
Verzoek 18. De heer KESSÈL vraagt, om
bouwvergunningwelke reden nog geen bouwver-
gunning is verleend aan ie
mand, die. reeds drie maan den geleden een ver-
zöek heeft irigediehd*
De heer VAN GESTEL kan zich thans niet
herinneren, hoe het gevsü zich heeft toegedra
gen.
Regeling 19. De heer VAN 8W0L wenscht het
betreffende betoog van den heer Brinkerhof
werkloozen. te onderschrijven. Spreker zou
het zeer op prijs stellen, wan
neer de oude vorm ten aanzien van de commissie
weer werd hersteld. De menschen zijn het kind
van de rekening.
Kwestie 20. De heer VAN SWOL vraagt, of de
Broek, kwestie met de gelegde buizen in
het Broek in orde is.
De VOORZITTER zegt, dat de stukken te zijner
tijd ter inzage zullen worden gelegd#
Ontslag 21». De heer VAN GE8TEL zegt, dat de heer
werkman. Oomen in de vorige vergadering heeft
-gezegd, dat het ontslag van een werk
man van de boter fabriek te Bavel het gevolg is
geweest van opstokerij. Spreker heeft daarom
trent nadere inlichtingen gevraagd/ op een ver
gadering van de leden der boterfabriek, waar
die zaak thuis behoort. De vraag is toen niet
beantwoord. Spreker vraagt, of de heer Oomen
thans bereid is daarop antwoord te geven. Er
wordt