Dertiende en laatste "blad.
Verg. 25 Februari 1936. 13.
wordt verteld, dat spreker en zijn vrienden daarvan
de schuld zijn. Het gaat niet aan om hier zoo goed
koop dergelijke dingen te zeggen.
De VOORZITTER merkt op, dat men zijn vragen
schriftelijk behoort in te dienen. Wanneer men plot
seling met alle mogelijke vragen komt, kan daar niet
op werden geantwoord. Er worden hier maar vragen -
lukraak gesteld, We zitten hier niet voor de open
bare tribune* Waarom moet dat alles in het openbaar
gezegd worden?
De heer OOMEN onderschrijft geheel, wat de Voor
zitter zegt. Wanneer spreker iets zegt, doet hij ddt
in het belang van de gemeente. Spreker heeft gezegd,
waarom de betrokken persoon ontslagen is naar aan
leiding van een gezegde van deh heer Van Swol, ddt
het bestuur zijn plicht niet had gedaan.
De heer VAN GESTEL merkt op, dat, indien de heer
Oomen iets zoo positief zegt, hij dat ook moet kuh-^
nen verklaren* Het is laf niet te antwoorden*
De heer OOMEN zegt, dat, indien de politie eeh
lijk vindt, het vermoeden van misdaad kan worden
uitgesproken.
De heer VAN OPSTAL vraagt of het betreft het
ontslag van den werkman Van'den 3roek.
De VOORZITTER antwoordt, dat het een geheel
ander geval betreft. Van den Broek is ontslagen,
omdat hij reeds anderhalf jaar in dienst was. Er
is voor hem een ander benoemd, die ook tien kinderen
heeft.
De Raad gaat hierna over in geheime vergade
ring.
Opgemaakt door den Raad der gemeente Ginneken
en Bavel én zijn openbare vergadering van
25 Februari 1936. 7^?
De Secretaris,