r g. 51 fciart 1936.
aan.de orde en geeft eerst het woord aan
den heer Foeken,
De heer FOEKEN zegt het volgende
Mijnheer de Voorzitter. Het prae-advies
omtrent dit onderwerp door Burgemeester en
Wethouders uitgebracht biedt m.i. zeer weinig
houvast. Er wordt in gesproken, dat de regeling,
welke thans geldt, financieel al te bezwaarlijk
is, doch van een reëeie opzet van cijfers voor
den nieuwen dienst, zooals Burgemeester en Wet
houders zich die gedacht hebben, is geeh sprake.
Ook is het zeer gewenscht, zoo vervolgen
Burgemeester en Wethouders hun prae-advies, dat
een'deugdelijk medisch schooltoezicht wordt in
gevoegd. In de vergaderingen van den Raad is
daarop reeds meermalen met kracht aangedrongen,
Het zou voor hen, die dit niet hebben medege
maakt^-, interessant geweest zijn, indien in dit
verband eens een en ander aangehaald was of
verWèZen' was naar de notulen van bepaaldd ver
gaderingen, En wat betreft het invoeren van een
deugjddeiijk medisch schooltoezicht, kan - indien
zulks althans .wenschelijk geacht wordt: - een
onderwerp, waarover nog wel te discus leer en valt
en waaromtrent «de êéeni-ngen ook nog al uiteen-
loopen - -zeker ook ingevoerd worden met mede
werking dér plaatselijke geneesheeren en, vol
gens mijn bescheidfen meening, zeer zeker zoo
deugdelijk als door een gemeertelijk aangestelde
géneesfeuBüige*
'■Verder-staat in het prae-advies, dat over
leg-gepleegd is met den geneeskundigen inspec
teur van de volksgezondheid en dat zijn ver
strekte inlichtingen ambtelijk zijn en dus niet
ter inzage kunnen worden gelegd.
Het lijkt me nog al logisch,Mijnheer de
Voorzitter, dat een ambtenaar ambtelijke gege
vens verstrekt, doch ambtelijk of niet, gege
vens hebben we juist noodig, omdat die kunnen
helpen ons oordeel te bepalen. Wanneer die one
echter onthouden worden, wordt het ons onnoodig
moeilijk gemaakt. Nu schrijven Burgemeester en
Wethouders wel, dat de verschillende verorde
ningen aan den Inspecteur ter inzage zijn toe
gezonden, doch dat zegt ons al zeer weinig,
.echter neem ik. aan, dat tegen de verordening
als zoodanig niet veel bezwaar zal bestaan,
daar dit zoo ongeveer schablonenwerk is. Wan
neer ik echter lees, dat de Inspecteur accoora
gaat met de door Burgemeester en Wethouders
voorgestelde regeling, dan mfcet ik daartegen
oom erk en