Vers:. 31 Kaart 1936 8. cijfers krijgen. In den tijd, toen de heer Öomen wethouder was, hadden we behoorlijke prae-adviezen en die missen we nu. De heer VERDAASDONK zegt hu ook een andere kijk op het salaris van f. 2566'.- te krijgen. Het komt hem eveneens, érg laag voor. Spreker gelooft -wel, dat de tte.er Brihk'erhóf "wat'Qverdreven heeft. Hij gelqoft dok, dat dèt eene zuinigheid is, die de wijsheid bedriegt. :De heer BRAAKHUIS zegt, dat er- een meening in den Raad'komt, die niet op'" zi jn plaats is. Spreker heeft met belangstelling naar de heer en Foeken en Brinkerhof geluisterd. Het principe wordt weer ge steld, doch'dit is reeds in een vorige vergadering behandeld. Het gaat om déze drie punten: le. De vrije artsenkeuze wordt losgelaten; 2e» het medisch schooltoezicht wordt irlgevoerd en Je. een salaris wordt den arts toegekend van f. 2500.-. Het komt spreker voor, dat we hieraan moeten vasthouden. We staan nu voor de uitvoering van een destijds genomen besluit. De heer VAK MIERLO merkt op, dat hem in deze geen schuld treft*. De prAe-adviezen worden niet door hem, doch door den secretaris, samengesteld. Spreker treft dus in deze geen schuld, dat er te weinig cijfers genoemd zijn; door hem is dus geen taktiek gevolgd, die hier niet.te pas komt. Verder zegt spreker: De vrije artsenkeuze is inder daad het ideaal, doch nieVte handhaven in deze zorgvolle tijden. De voornaamste bezwaren tegen dé-vrije artsenkeuze zijn: le. Zij is voor de gemeente veel te duur. Heden ten.dage moet als richtsnoer gelden: beperking 'i- der gemeentelijke bemoeiingen tot het strikt noodzakelijke. Een terugtreden van de overheid om plaats te maken voor de zieken- en zieken- huisverplegingsfondsen, 2e. Voor de artsen ontbreekt iedere prikkel om hetgeen zij;'. voorschrijven tot het strikt noodzakelijke te beperken. 3e. Voor de mensehen wordt iedere prikkel wegge nomen om zich* zelf te helpen, door zich aan te sluiten bij een ziekenfonds. 4e. Van juridisch standpunt kan twijfel geopperd worden, of het' instituut der vrije artsenkeuze wel in overeenstemming is met dé bepalingen der Armenwet; doch dit bezwaar wil ik hier verder niet naar voren brengen. •ïïv moeten dit dus noodgedwongen loslaten. In 1928 werd voor de geneeskundige huïp uitgegeven f. o39*" in 1929 f. 1178.-;;' in 1930 f. 1736; in 193^ f. 5315 en in 193-5 f» 8433.-. Wanneer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 47