Verg. 29 April 1936. Tegen stemden de heeren: Brinkerhof; Faes; Foeken en Van Mierlo. De heer Oomen heeft zich van medestemmen onthou den, wijl hij, als zijnde niet tegenwoordig geweest op de vorige vergadering, zich hier niet toe be voegd achtte. De heer FOEKEN wil verder op bladzijde 10 de door hem genoemde cijfers genotuleerd zien.N.L. voor salarissen gemeente-arts en hulppersoneel f.4000.-; kosten per schoolkind f.0.80 d. i.bij een aantal van 500 kinderen f.400.-en vooj/administratiekosten f.500.-. De &eer FOEKEN merkt nog op, dat op bladzijde 11 is genotuleerd, dat de zaak zal uitloopen op een utopie. Dit moet zijn de zaak zal blijken een utopie te zijn Verder merkt spreker op, dat op bladzijde 12, waar het tweede- lid van artikel 15 in stemming wordt-gebracht, hij heeft voorgesteld aan dit lid toe te voegen voor zoover dat met zijn ambtelijke taak mogelijk is Met inachtneming van deze bemerkingen, worden de notulen verder onveranderd goedgekeurd en vast gesteld. De VOORZITTER brengt hierna in behandeling de navolgende punten der agenda. Ingekomen 1. INGEKOMEN STUKKEN. stukken."*" De stukken, genoemd onder a, b, c en d worden voor kennisgeving aangenomen. De heer FOEKEN Eegt bij punt e, dat hier een misverstand in het spel is. Spreker heeft wel geen ambtelijke mededeeling zwart op wit van den Inspec teur, doch het is spreker bekend, dat de Inspecteur, wat betreft het salaris van den arts, het niet eens was met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Deze mededeeling gewerd hem evenwel niet schrifte lijk. Wanneer de Inspecteur in het bezit is van de zooeven aangebrachte rectificaties op de notu len, zal hij tegen spreker's uitlatingen wel geen bezwaren meer hebben. Spreker zegt te allen tijde bereid te zijn met den Inspecteur hierover zich te onderhouden waar en wanneer deze wil. De VOORZITTER zegt aan de hand van stukken, welke hij voorleest, te moeten constateeren, dat de heer Foeken zich zeer vergist. Niet Burgemeester en Wethouders hebben aan den Inspecteur geschreven, doch deze heeft het Raadsverslag gelezen in de pers. De heer FOEKEN §BBFt toe eenigszins onduide lijk geweest te zijn, doch blijft bij hetgeen door hem in eerste instantie is gezegd; spreker moet tot zijn spijt constateeren, dat de Voorzitter aan hem twijfelt. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 59