Verg. 27 Mei 1936. buitengewoon moet worden afgelost. Spreker zag gaarne, dat tijdig maatregelen worden genomen om de gelden op genoemden datum aan de eigenaren terug te kunnen geven. Hierdoor worden onaange naamheden, zaoals die vroeger zich .wel eens voor deden, voorkomem^esnl re* aeirfxrts Overeenkomstig de overgelegde ontwerp-raads- besluiten wordt door den Raad besloten. Verzoek 3. VERZOEK N-ED. R.K. POLITIEBOND restitutie H ST/- MICHAEL 1,1 om restitutie inhehouden INGEHOUDEN KORT-INQ OP. WEDDEN korting POLITIEPERSONEEL. wedden politie- t personeel. De -VOORZITTER zegt groote bezwa- ren te hebben tegen het. prae,- u advies. Er wordt geen rekening gehouden "meelde,;! billijkheid. Volgens spreker is met bet .desfcOr! treffend schrijven van den .Commissaris der konin gin, welk schrijven dateert van 26 Mei 193^»'geen rekening gehouden. ;Dit schri jven bevat de VQl-, gende zin: Ik teeken hierbij aan. da.t, zoolang de vereischte Koninklijke goedkeuring op de be- sluiten nog niet is verleend, elke rechtsgrond aan de toepassing der kortingen moet geacht worden te ontbreken De politie beeft jaren lang op dit Koninklijk Besluit moeten wachten. Spreker zou hetgeen in het prae-advies staat billijkheidshalve opzij willen zetten. .Het is niet redelijk om alles af te nemen, wat we billijkheidshalve kunnen toekennen. Ook is de ingehouden korting in strijd met ovengenoemde passage uit denbbrfcef van den Commissaris. Hier is sprake van korting met terugwerkende kracht. Spreker geeft den Raad in ernstige overweging op het verzoek van den politiebond, in te gaan. De heer KESSEL brengt dank aan Burgemeester en Wethouders voor het uitgebrachte uitvoerige prae-advies. Aanvankelijk daoht spreker, dat de litanie der politie uit zou zijn. Wat de inhoud van het prae-advies aangaat, is spreker het ten deele eens met de meerderheid, doch anderzijds met de minderheid. Wanneer de politie onrecht matig is gekort, moet dat worden teruggegeven, doch dan moet men consequent zijn en de andere gemeenteambtenaren ook restitueeren. Spreker is van oordeel, dat aan het verzoek van den politiebond gevolg moet worden gegeven, opdat de hoogere instantie kan uitmaken, of in deze inderdaad recht op restitutie bestaat. De heer FOEKEN meent, dat het als. leek niet doenlijk is, deze juridische kwestie juist te beoordeel en. Spr eker is het eens met den héér Kessel om deze aangelegehbeid aan het oordeel van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 68