Verg. 27 Mei 1936. 7* Voorstel VOORSTEL BURGEMEESTER TOT EXTRA periodieke TOEKENNING PERIODIEKE VERHOOGINGEN verhèogingen AAN DEN HOOFDAGENT VAN POLITIE. hoofdagent. De VOORZITTER licht den Raad toe, dat de werkelijke cijfers der salarissen der agenten van politie eenigszins anders zijn dan de cijfers, genoemd in het prae-advies en leest deze cijfers voor. Spreker gelooft, dat er wel gezegd zal worden, dat de hoofdagent nog zoo kort hier is. Op bijzon» dere geschiktheid als bedoeld in artikel 6 der des-betreffende verordening wil spreker zich niet beroepen. De hoofdagent wil echter gaan huwen en vindt daarvoor zijn huidig salaris te laag. Hij vraagt eenige verhoogingen om te kunnen trouwen. Momenteel staat hij ver onder zijn personeel. Nu vraagt hij in twee jaar tijd f. 150.» meer te mogen ontvangen. Spreker vindt het salaris toch al aan den zeer scherpen kant en het is een verzoek, wat de gemeente een kleinigheid kost en waardoor mett eeh gezin mogelijk maakt. Overigens kan de hoofdagent goedvinden, dat de andere verhoogingen over een langere periode worden verdeeld» De heer BRINKERHOF meent, dat de Raad gerust die twee periodieke vérhoogingen kan toekennen. Het eerste jaar zal dat f. 100.» zijn en het tweede jaar f. $0.-. Hfcewel hij Burgemeester en Wethouders dankb&ar'is vobr het uitgebracht prae- advies, moet hij betreuren, dat hier een ambtenaar wil gaan huwen, doch door een te laag salaris daartoe niet in staat is. Spreker is dan ook van meening, dat de gevraagde extra-verhoogingen be hoor en te worden toegekend* De heer FOEKEN heeft mèi veel belangstelling het prae-advies nagegaan. Spreker voelt er veel voor, dat iemand betaald Wordt naar hetgeen door hem gepresteerd wordt. Spreker maakt de conclusie, dat het salaris van den hoofdagent te gering is en zouser meer voor voelen, dat salaris direct te verhoogen met het bedrag overeenkomende met de voorgestelde periodieke verhoogingen. Hierdoor verdwijnt ook de scheeve verhouding in deze van hoofdagent tegenover zijn ondergesohikten. De VOORZITTER zegt, dat hier de jeugdige leef tijd een bezwaar is. Wanneer de betrokkene ouder was,*dan was er geen verzoek gekomen. Spreker ge looft niet, dat salarisverhooging aan de orde is. De heer-VAN 'Mj|ERL0 meent, dat het prae-advies duidelijk genoeg "is. Wanneer de cijfers niet juist zijn, is dat de schuld van den betrokken ambtenaar. Spreker wijst er op, dat verhooging alleen kan worden toegekend bij bijzondere plichtsbetrachting en dienstijver. De heer KESSEL zegt, dat, zooals hij vernomen heeft, de hoofdagent goed voldoet, hoewel hij aanvankelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 71