c 30 Juni 1936.
De heer S H. .'JE >.;il r op wijzen, dat, wanneer
de Raad ai,.. ingaat, in strijd wordt gehandeld
met de verordening. Henut er niet om, of we
iemand al of niet een pleizier willen doen. Wan
neer blijkt, dat het salaris te laag is, moet de
verordening gewijzigd worden. Spreker kan nu zijn
medewerking niet verleenen, wijl dan in strijd
wordt gehandeld met de desbetreffende verordening.
Immers de Voorzitter gaf zoowel in de vorige ver
gadering als nu toe, dat hi j geen.-beroep wenscht
te doen op artikel 0 van de desbetreffende ver
ordening. Ook het uitstellen van de volgende perio
dieke verhoogingen is in strijd met deze verorde
ning.
De VOORZITTER verwijst naar hetgeen hij in
eerste instantie heeft gezegd. Spreker ztou het
een mooie geste van den Raad vinden, wanneer hij.
dit verzoek toestond.
De heer BRINKERHOF gelooft, dat, wanneer de -
heer Savenije spreekt namens zijn fractie, hij
mag aannemen, dat deze niets tegen deze toeken
ning heeft. Spreker meent, dat men over het be
zwaar van niet juiste toepassing der verordening
in deze gerust kan heenstappen. ,Qet gaat om een
klein bedrag, te weinig om er zoo lang over te
praten,
De heer SAVENIJE zegt persoonlijk te spreken
niet namens zijn fractie en moet den Raad waar
schuwen, de politie-verordening,welke door den
Raad zelf gemaakt is, niet op zij te zetten. Het
geldt hier niet éen geldelijke factor, doch de
juiste toepassing, van eenmaal vastgestelde ver
ordeningen. Doet men dit niet, dan drijft men
naar de N.S.B., wat toch de bedoeling niet kan
zijn van den heer Brinkorhof.
De heer BRINKERHOF merkt op, onder verwij
zing naar de vorige vergadering, dat wel meer
een verordening is toegepast, welke niet was
goedgekeurd.
Na geinformeerd te hebben wat in stemming
zal rworddn gebracht, zegt de heer OOMEN, dat hij
de zin in het prae-advies voor de vergadering
van 27 Mei 193" "te weten de navolgende: 11 Iemand,
die nog zoo kort in dienst is, wiens jeugdigen
leeftijd tot gevolg heeft, dat hij over geen
ervaring beschikt, kan toch bezwaarlijk reeds
blijken hebben gegeven van meer dan gewone ge
schiktheid en dienstijver 11 nooit zal kunnen
onderschrijven. Dit is een-misplaatste bowo*>
ring.
De heer VAN GESTEL begrijpt den Raad niet.
De heer gsvenije heeft reeds gezegd, dat hij
geen bezwaren heefij tegen wijziging der verorde
ning, Spreker heeft dit in de vorige vergadering
opk. reeds gezegd. Spreker vraagt zich af, waarom
deze