Immers al zouden die beslissingen reeds thans
zijn afgekomen, dan zou de gemeentelijke werk
verschaffing toch niet op dé huidige capaciteit
kunnen blijven werken. Ook dan zouden nog vele
menschen mit de werkverschaffing moeten worden
genomen. Spreker zegt hierbij, dat het niet moge
lijk is om steeds een voldoend aantal werkobjecten
voorhanden te hebben. De verbetering der buurtwe
gen wordt niet gesubsidieerd althans niet gelijk
de overige gewone werkobjecten, wi^jl 25 der
kosten geheel door de gemeente ze-ive moet worden
gedragen of op belanghebbenden moet worden ver
haald.
Ook de ontginning-van particuliere gronden
heeft weinig succes opgeleverd, wijl slechts één
van de vier begroetingen, de goedkeuring van den
betrokkene kan wegdragen, terwijl een aanvrage
voor spreker's gronden is geweigerd, om reden
hij wethouder is en daardoor in strijd zou worden
gehandeld met artikel 100 van de Gemeentewet.
Spreker herhaalt, dat derschuld 'in deze niet ge
heel is te wijten aan het betrokken Departement,
als zouden de subsidie-aanvragen te traag worden
afgewerkt. Wordt de begrooting van de verlegging
der Leij niet spoedig goedgekeurd, dan zal het
spreker onmogelijk zijn de werkverschaffing op
gang te horden. Overigens kan hij zich vereenigen
met het-bétoog van den, heer Van Swol. De werkloo-
zen worden door deze stoplegging te zwaar getroffen
wijl het werkvérschaffingsloon plus minus f. 3*~
hooger is dan het steunbedrag. Uit het oog mag
echter niet 'worden verloren, dat b.v. Breda de
werkloozen slechts 7 8 weken in de werkverschaf
fing kan plaatsen.
Nadat de heer SAVENIJE voor den duur der ver
gadering tot voorstemmer was aangewezen, wordt het
gedane voorstel in stemming gebracht en aangenomen
met 11 tegen 3 stemmen.
Voor stemden de heeren: Savenije, Struijs, Van
Gestel, Van Swol, Braakhuis, Fae-s, Kessel, Brin
kerhof, Oomen, Van Opstel en Van Gils.
Tegen stemden de heeren.: Koeken, Rops en Van
Mierlo.
Wijziging 8, WIJZIGING LEGESVERORDENING,
legesverordening.
•De heer BRINKERHOF zegt zich
grootendeels wel met deze wijziging te kunnen ver
eenigen. Wel vindt hij bezwaarlijk, dat voor in
woners van de gemeente ook f. 5*~ voor een vent
vergunning wordt gevraagd. Spreker stelt dooi dit
te verminderen tot f". 1.-.
De VOORZITTER zegt. dat het naar zijn meening
Wiet billijjii 10 iri omë Vêröchil te maken tusechen
intoötteifc en niet-ihwOneiB# Deze menschen verkeer en
allen in dezelfde maatschappelijke positie. De