Verg0 ''an, 1936
Ket voorstel der commissie behelst, dat aan een
gemeente-arts een salaris zal worden toegekend van
f. 2500.-, aan half-krachten moet f. 1000.- worden
betaald, aan medicijnen en specialistische hulp
f. 2000.-. Iemand met een salaris van f. 2500.- zal
daarvoor moeten behandelen J00 gezinnen en 1800 kin
deren. Het valt spreker tegen, dat de commissie een
dergelijke regeling voorstelt.
De heer VAN MIERL0 merkt op, dat de commissie er
niets van weet. Het zijn voorstellen van Burgemeester
en Wethouders in overleg met den Inspecteur van de
Volksgezondheid,
De heer F0EKEN was van meening, dat de commissie
het voorstel had gedaan. Wanneer spreker een verge
lijking maakt met den tegenwoordigen toestand, dan
vraagt hij zich af, wat gaat er de gemeente op voor
uit. "Ze gaat er meer op achteruit dan vooruit, Hoe
moet die functionaris de patiënten bezoeken. Moet die
ze thuis ontvangen of moet de gemeente daarvoor een
lokaal beschikbaar stellen. Spreker verwondert zich
over dit voorstel en gaat daar niet mee accoord.
De VOORZITTER zegt, dat het prae-advies is geboren
uit een bespreking van Burgemeester en Wethouders met
den Inspecteur. Er was volkomen instemming van den
Inspecteur. Spreker is het er absoluut niet mee eens,
dat de kosten hooger zullen zijn. De commissie noch
Burgemeester en Wethouders zijn het met de doktoren
eens kunnen worden. Wanneer men wiBt, wat in andere
gemeenten wordt betaald voor geneeskundige armenzorg
zou men staan te zien. Wanneer een geneesheer f.2500.-
ontvangt en daarbij nog de vrije praktijk mag uitoefeft
nen, kan hij een goed bestaan hebben.
De heer SAVENIJE zegt, dat het in de bedoeling ligt
dat de Raad maar een principe uitspreekt of overeen-"
komstig het voorstel zal worden gehandeld. Spreken
zou het beter achten thans geen cijfers te hoeman.
Die kunnen straks worden beoordeeld, wanneer Burge
meester en Wethouders met voorstellen homen.
De heer OOMEN meent, dat men ef op moet' letten,
wanneer een dokter wordt aangesteld. Spreker weet
een geval, dat een dokter is aangesteld, waar niemand
mee te doen wil hebben en nu kan men er niet meer af.
De heer KESSEL beppreekt de aansluiting bij een
ziekteverzekering en meent, dat de kosten dan niet
zoo hoog zullen zijn. Spreker vraagt, of het medisch
schooltoezicht voor alle kinderen geldt en vraagt, of
kinderen uit deze gemeente, die elders school gaan,
daarvan zijn uitgesloten.
De heer VAN MIERLO zegt, dat de kosten van genees
kundige armenverzorging geleidelijk oploopen. Er moet
worden gezorgd, dat die verminderd worden. Medisch
schooltoezicht kan bezwaarlijk worden uitgeoefend
bij vrije artsenkeuze. Daarvoor moet een persoon zijn,
die in ambtelijk verband tot de gemeente staat. Er
wordt voorgesteld een halfambtenaar aan te stellen.
De