Verg» 8 Nov. 1917. toch met bouwen te beginnen. Ik heb deze menschen trachten gerust te stellen/ dat ik mij niet kon indenken'1, dat men zou durven beginnen; hen tevens den raad gegeven, dat, mocht de heer Savenije of zijn gemachtigden, een vinger uitsteken naar hun bezit, zij geen ruzie moesten maken,doch oogen blikkelijk de politie er bij halen plus vertrfcuwje getuigen en direct proces-verbaal te laten opmaken Wij zouden dan wel e'en hooger College laten uitmat wat eigendomsrecht is, Zoov.er ie het echter geluk kig niet gekomen. Dfe beër Savenije is geretireerd en de woning is aan het woonhuis van aanvrager ge bouwd. Ik wil er nog bijvoegen, mijne Heeren, dat deeigenaar van het pand een zeer arme drommel ia met'een# groot gezin; de hypotheekhouder een zeer eenvoudig brave man, die blijk geeft van veel sociaal geboel te hebben om deze hypotheek te blijven handhaven. De Raad oordeele zelve ober (ie handelwijze hier van dpn heerhSavenije. Verder wil ik de heeren1 Raadsleden, speciaal de heeren der bouwcommissie, in overweging g^ven een onderzoek in te stellen, aangaande het verleern van bouwvergunningen .^n de Balkenierslaatf. Hoe te op het oogenblik daar moeilijkheden ondervinden, die hun vroeger onbekend waren, toen de heer Save nije de'teekeningen nog verzorgde. Mijnheer de Voorzitter. Ik heb meer dan genfli van déze onverkwikkelijke zaak. Ik heb me niet ontveinsd,dat hier een storm over zoude opgaan, doch ik twijfel er ook niet aan of verschillende Raadsleden.,,zuil en deze feiten ernstig onderzoeken en dan 'tiunnë-.conclusiea daaruit trekken. Mijnheer de Voorzitter, ik dank U. "'De heer SAVENIJE zegt, dat, wat de heer Comen heeft^.voorgelezen, demonstreert diens mentaliteit' Het ia hem alleen te doen spreker te treffen. Als blijkt, dat spreker vólkomen is gerehabiliteerd, vindt hij het goed; anders wil hij nog een nader onderzoek ingesteld, zien, ;De heer 3RINKÉRHÖÏ' zegt, dat in het prae-advii voorkomt .dat de beschuldigingen van den heer 0o« niet gegrond zijn beyondeij.. Spreker zou daar aan willen toevoegen: en dus is de heer Savenije vol komen gerehabiliteerd. De1.heer KESSED acht die toevoeging niet goed. De "héér BRAAKHUIS zegt, dat de beschuldiging11 door den heer Opmen in den Raad.zijn gebracht. Dat is al meermalen gebeurd. Daar moet een einde aan komen. De ^a'ad is van het oogenblik der same»' stelling van commissie overtuigd geweest van de onkreukbaarheid van den heer Savenije. Hij is met elf van de veertien; stemmen tot lid dor com missie gekozen.' Burgemeester en Wethouders hebben een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 154