Verg. 25 Dec. 1937. 183» wanneer de Raad de noodige besluiten neemt en gezien de laatste vergadering is hier het beste van te ver wachten. Nu ik het toch over de verwachtingen heb, mijnheer de Voorzitter, wil ik ook nogmaals wijzen op de urgentie van een nieuw gemeentehuis. De outil lage van ons bestaand wordt met den dag onhoudbaarder. Verschillende diensten, willen die go^d functionneeren behooren onder gebracht te worden in een gebouw; de thans gevestigde zijn zoo, dat het niet in overeen stemming is met bnze gemeente; ik behoef de gebreken niet op te noemen; ze zijn van algemeene bekendheid. De diensten, welke elders gevestigd zijn en nog voor enkele, jraren terug ook nog in dit gebouw waren onder gebracht', breiden zich naarmate de groei van onze gemeente steeds uit. Voor-den tweeden maal zitten we te zuchten om plaatsruimte voor den dienst der werk loosheid. De ambtenaren, die thans als haringen in een ton hun werkzaamheden moeten verrichten, onder vinden' hierdoor veel stagnatie. De eischen, die de Regeering stelt, worden elke week uitgebreider,joodat noodwendig aanvulling van personeel zal moeten plaats vinden. Door het vele werk en door de slechte huis vesting maken de mensch'en fouten, fouten wel niet ten nadeele der gemeente, voor zoover mij bekend is, maar ten nadeele van die menschen, die zich hierbij moeten aanmelden. Ook dit eischt dringende verbetering. Dit alles wetende, moet men géén geld meer uitgeven voor z.g. verbeteringen, dat alles is weggegooid geld. Laat de Raad het besluit nemen om met eigen middelen een nieuw Gemeentehuis te bouwen. Mijnheer de Voorzitter. U weet, dat voor mij de enorme winsten, die het electriciteits- en water bedrijf maken, een aanleiding zijn geweest om een en ander te verlagen. Wanneer wij de bedrijfsresultaten over 193^ nagaan, dan is alleen uit het velectrici- teitsbedrijf een winst in de gemeentekas gestort groot f, ^27^3*53* In dit bedrag is begrepen de reser ve tot verlaging van den stroomprijs groot f. ^7^6.72. Het is mij echter niet geheel duidelijk hoe het nu met de reserve staat.' In de bijlage III staat onder de kapitaalsuitgaven deze reserve groot f. ^7^6.72. Hiermede is de reserve geheel verdwenen, althans ik kan niets meer ontdekken en hiermede is dan een eind gemaakt aan d^lannen, die onze vroede vaderen koester den, om eens te komen tot verlaging van den stroom prijs. Voor het zittend.College is het zonder deze reservevorming wel zoo eenvoudig; het beloopt nu niet meer de kans, dat over deze reserve gesproken kan worden. Bij al die enorme winsten, mijnheer de Voor zitter, heeft de Raad voor. enkele jaren besloten aan- Bluitingskosten te heffen. Dit leverde f. 4-72.- op; een bedrag, dat klein is tegen de duizenden winst, die het bedrijf maakt. Ik hoop, dat de Raad zal besluiten tot ophef fing van deze kosten. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 183