184-,
Verg. 23 Dec.1937»
Z185-
voor
racht
en het
t preciee
en voor de
elden mijn
het andere
laring een
de heeft,
welke
inistratie
aring heeft
niet gecon-
xen en of
verbruikt,
verlangen,
dacht vesti
aten con-
igt nog
leden,
n als
rken van
thouder
loeten maker.
'P een onze;
ls meermaler.
tde van de
it zich eens
loudt. De
bet eekenis,
i niet heen
iestaat, wel
.ng steller-;
ter harte
U dat lid
jemeenten
zuivere
;rdam met
>en ontstel'
jlaatsjee
.and, Oost-
jemiddeld
plaats
voor een
.and. Uit
vermogen®1
i Haag
en
en in Rotterdam niet minder dan 20 Voor de drie
plattelandsgemeenten, die ik zoo even noemde, zijn
de cijfers $1, 32 en 29 procent. Maar in Wassenaar
steeg het aantal met 11 procent. Op grond van deze
cijfers mag men aannemen, dat de kleinere gemeenten
meer hebben geleden.
rTen deele doen de zorgen in de kleine gemeenten
zich in -andere vormen voor dan in de grootere.
.De grootste zorg, die men overal kent, is dat de
nor-men bi j de steunregeling „en de loonen in de werk
verschaffing te laag zijn.
De werkverschaffingsloonen zijn zoo laag, dat aan
vulling in vele gevallen onvermijdelijk is. Hier is een
bron van ontzaggelijke ellende. In onze eigen ge
meente is het loon op f. 0.26 gesteld met voor de kom
een toeslag van eenige procenten, waardoor men een
loon van f. 0.30 kan halen. Het gemiddelde loon, wat
in onze gemeente verdiend wordt,is hier beneden. Een
juister beeld zou men zich van de armoede kunnen vor
men, wanneer men de cijfers zag, welke elke huisvader
in de werkverschaffing kan verdienen. Weliswaar- heeft
de gemeente weten- te bewerkstelligen, dat de gteunnor-
men iets omhoog gingen,b doch deze is van zulke minimum
afmeting, dat ze gelijk-staat met een druppel water
op een gloeiende plaat. Het maximum bedrag, dat een
gezin met b.v. negèn kinderen kan ontvangen is f. 14-.-.
Men behoeft geen rèkenmeester te zijn om te constatee-
ren, dat zoo'n gezin aan de armoede is prijs gegeven.
De aanvulling, die de Regeering verstrekt, bestaat uit
goedkoope levensmiddelen n.l. boter, vet enz, doch
alles precies afgepast en onder zeer strenge bepalin
gen. Het Crisis-comité, al is het mij niet sympathiek,
heeft veel leed verzacht, maar deed tallooze narigheden
onjrstaan. De Regeering koopt thans centraal in, een
aantal crisis-ambtenaren zijn bevorderd tot handels
reizigers. Het z.g. spaarsysteem van Minister Romme
is het meest onsympathiek. De meeste behoeftigen moe
ten een kwartje storten en na verloop van tijd krijgen
ze er dan een kwartje bij. Ik vraag mij af, Mijnheer
de Voorzitter, hoe zal zoo'n gezin een kwartje uitzui
nigen! als men er vele tekort komt? Deze regeling is
in het land dan ook slecht ontvangen.
Mijn grootste grief is, dat steun en loon te
laag zijn. Bovendien geeft de regeling ernstige moei
lijkheden. Zelfstandigen mogen niet gesteund worden
uit het crisisfonde en zij, die iets gespaard hebben,
moeten eerst het meeste opeten, ja nu zelfs alles,
daar de Regeering van oordeel is, dat in deze aantal
jaren, zoolang de crisis duurt, niet gespaard kon wor
den.
Schippers, boeren en winkeliers komen niet in
aanmerking voor steun. Wel voor dé werkverschaffing.
Een winkelier,ouder dan vijftig jaar, mag alleen
zwaar werk doen in de werkverschaffing. Van trainings
toeslag is geen sprake meer-, allen worden geacht in
staat te zijn boomstronken, waarvan er zijn, die een
met er
Li gen, voor-
itt elands