Verg, 25 Dec.1937»
19^.
Spreker kan niet inzien, dat de grootverbruikers
daarva'n profiteeren, want ze hebben toch meestal af
zonderlijke contracten. De belastingen behoeven hier
door niet verhoogd te worden; misschien kunnen ze
zelfs worden verlaagd; immers het zich vestigen van
kapitaalkrachtigen is een sterk middel om de belas
tingen te verlagen. De vraag omtrent de vergoeding
aan de bijzondere scholen is reeds beantwoord, doch
spreker had liever gezien, dat Burgemeester en Wet
houders de kwestie in studie hadden genomen. De
Vereeniging Ginneken-Vooruit trekt veel vreemde
lingen. In de bouwcommissie heeft spreker steeds op
aangedrongen, dat rekening zou worden gehouden bij
het ontwerpen van het uitbreidingsplan met de ver
fraaiing van de gemeente. De heer Siebers heeft ge
zegd, dat vijftig jaar geleden een verkeerd fundament
is gelegd. Spreker heeft daarop gevraagd, of op dat
verkeerd fundament moet worden voortgebouwd, waarop
geen antwoord is gegeven. Behalve een stedebouwkundi-
ge is bij hét ontwerpen van een uitbreidingsplan ook
een landschapsarchitect vereischt. Openbare werken
behartigt niet voldoende het natuurschoon.
De heer VAN MIERLO zegt nog als antwoord aan der.
heer Brinkerhof, dat de .tarieven van de bedrijven
indirecte belastingpzijn, waar geen progressie voor
noodig is. Spreker meent, dat de heer Brinkerhof aan
de spaarregeling wel een ietwat politiek tintje heeft
gegeven. Het feit is echter, dat de werkloozen er
door worden geholpen. Als antwoord op hetgeen door
den heer Foeken is gezegd merkt spreker op, dat Bur
gemeester en Wethouders geen rekening kunnen houden
met waarschijnlijkheden, ze moeten rekening houden me'
de werkelijkheid bij het verlagen en verhoogen van
begoootingsposten. Spreker herhaalt, dat de school
besturen zelf de vergoeding hadden moeten aanvragen,
waarvoor de tijd nu voorbij is.
De heer VAN GESTEL merkt op, dat de groote grief
van den heer Brinkerhof ten aanzien van de spaarrege-;
ling het bedelen is. Spreker heeft alleen aanvankelijk
de vrees gekoesterd, dat sparen een verlaging van loot
en steunnormen zou kunnen teggevolge hebben.
Wat de trainingst"* «slagbetref t, verwijst spreker
naar de desbetreffende voorschriften, welke voor de
Raadsleden ter inzage zijn. De heer Foeken heeft gezeg'
dat het natuurschoon door openbare werken niet voldoet
de wordt behartigd; he.t natuurschoon in de kom moet
zooveel mogelijk aan het natuurschoon buiten de kom
aanpassen en daar wordt steeds rekening mee gehoudem
De