van den Commissaris der Koningin. De Commissaris is geposir teert voor den bouw van een nieuw gemeentehuis. Hij heeft het betreurd, dat indertijd het besluit was genomen geen gemeentehuis te bouwen. Wanneer Gedeputeerde Staten den bouw in de gegeven omstandigheden niet meer wenschen, zou dat ook zonder sprekers vraag het geval zijn geweest. De heer BRAAKHUIS meent, dat er in den brief heel wat meer ligt opgesloten dan de Voorzitter misschien meent. Het pogen een nieuw gemeentehuis te bouwen, zei wel vruchteloos wezen. De VOORZITTER meent, dat we dan niets meer behoeven te doen. Die meening werkt fataal en verlammend. De heer 3RINKERHGF heeft steeds gewezen op d.en onhoud- baren toestand. Het besluit is destijds op een stem gevallen Spreker blijft op het standpunt staan, dat een nieuw gemeent huis moet worden gebouwd. Spreker denkt vooral ook aan werk verruiming. De grondstoffen stijgen binnen een half jaar met 100 f>. De heer SAVENIJE merkt op, dat, wanneer vroeger de kosten waren berekend op f. 75^00.-, die nu met 10 fc moeten worden verhoogd. De heer VAN GESTEL jpeent, dat Gedeputeerde Staten het besluit nooit zullen goedkeuren. De heer VAN SWOL gelooft niet, dat de besprekingen reeds in een ver gevorderd stadium zijn. De Burgemeester van Breda heeft toegezegd van te voren mededeeling te doen.-Daar blijkt anders uit. Spreker meent, dat het een Gangmaker is. De heer FOEKEN zegt, dat we moeten doen, of we van den brief niets weten. De VOORZITTER zegt, dat de notulen zijn aangevraagd van de Raadsvergadering van Breda. Die notulen circuleeren thans

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 214