de heer Loerakker in plaats van den heer Berg is aangewezen.
Het Diaconiebestuur is daardoor teleurgesteld geweest. Spre-,
leer zou daarom den heer W.J.Berg willen aanbevelen. Er be
staat ook contact met het Diaconiebestuur en het burgerlijk
armbestuur. De heer Berg is een sociaal voelend mensen.
De heer VAK MÏERLO acht het beter het punt dan aan te
houden. De heer Loerakker is vroeger door den heer Brinlcer-
hof aanbevolen.
De heer FOEKEN zegt, dat vroeger in geheime vergadering
van de aanbeveling is afgeweken. Spreker zegt onmiddellijk
te hebben opgemerkt, dat de heer Berg eer in aanmerking
kwam dan de heer Loerakker. Het doet spreker genoegen, dat
die meening nu ook bij anderen ingang heeft gevonden. Spreke?
zou het gewenscht achten, dat Burgemeester en Wethouders
hun aanbeveling terugnamen. Het is ook mogelijk, dat de
heer Berg door den heer Van Swol word.t aanbevolen.
De heer VAK MIERLO zegt, dat het niet gaat om waardee
ring van Burgemeester en Wethouders. Het gaat om de waar-
deering va.n de betrokken personen. Spreker acht het noodig,
dat eerst nog eens overleg met het armbestuur wordt gepleegd,
Er kan wel verschil van meening bests,an tusschen den Raad
en de leden van het burgerlijk armbestuur, doch dat wil daaj?<
om nog niet zeggen, dat die niet waardig zijn om lid. van
het burgerlijk armbestuur te wezen. Het is beter te zeggen:
we gaan niet accoord met de aanbeveling. Niemand, wordt
graag er uit gezet. Als de Raad zich niet met de aanbeveling
kan vereenigen, behoort ze te worden teruggezonden. De be
trokken personen kunnen zich dan nog terugtrekken. Spreker
heeft geen enkel argument gehoord, waarom de betrokken per
sonen niet waardig zouden zijn lid van het armbestuur te
wezen.
De