De heer VAN SWOL zegt, dat herhaaldelijk klachten zijn gehoord over de opvatting van het armbestuur. De Raad was meermalen niet te spreken over het armbestuur. Dan moeten nieuwe leden worden benoemd. De heer VAN MIERLO zegt, dat het hier gaat om een kwes tie van beleefdheid. Het is niet prettig zoo maar naar huis te worden gestuurd. De heer BRINKERHOF wijst nog op de benoeming van den heer Loerakker. Toen de heer Loerakker werd benoemd, wisten we, wie de heer Loerakker, doch niet, wie de heer Eerg was. Er moet echter contact bestaan met het diaconiebestuur. Sfflje- ker vindt het jammer voor d.en heer Loerakker. Hij wil de fout erkennen, doch geeft in overweging den heer Berg te benoemen. De heer VAN SWOL heeft geen bezwaar de tweede vacature aan te houden. De heer ROPS acht den heer Van Gils een best® man. Hij begrijpt echter niet, waarom er verandering moet komen. De heer VAN SWOL zegt, dat de armen niet weten, dat de heer Noor en lid van het armbestuur is. Hierna wordt overgegaan tot benoeming van leden van het burgerlijk armbestuur van Ginneken. De VOORZITTER verzoekt de heeren Wethouders met hem het stembureau te willen uitm&ken, die daartoe bereid worden ge vonden. Eerst zal worden gestemd ter voorziening in de vacature, ontstaan wegens periodieke aftreding van den heer Loerfckker. Bij de gehouden stemming bleken dertien stembriefjes te zijn ingeleverd. Uitgebracht werden op den heer Loerakker zeven stemmen en op den heer Berg zes stemmen. De heer W.J. Loerakker heeft aizoo de volstrekte meerderheid van stemmen behaald, zoodat die is benoemd tot lid van het burgerlijk armbestuur van Ginneken. Hierna

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 221